Results for gevaccineerd translation from Dutch to English

gevaccineerd
vaccine

gevaccineerd huisdier
domestic animal vaccinated

zijn niet gevaccineerd;
have not been vaccinated,

kind dat gevaccineerd wordt
vaccinee

menitorix * gevaccineerd n=123
of menitorix* n=123

blootstelling aan gevaccineerd persoon
exposure to vaccinated person

gebied waar wordt gevaccineerd:
area where vaccination is carried out:

1 eur per gevaccineerd landbouwhuisdier;
eur 1 per domestic animal vaccinated;

1.895 gevaccineerd met 3 doses
1,895 vaccinated with 3 doses

neisvac-c * * gevaccineerd n=167
neisvac-c** n=167

infectie via geïnfecteerd/gevaccineerd persoon
infection via infected/vaccinated person

runderen eenmaal per jaar worden gevaccineerd,
all cattle to be vaccinated annually,

andere bedrijven waar wordt gevaccineerd; of
other holdings where vaccination is carried out; or

alleen gezonde honden mogen worden gevaccineerd.
only healthy dogs should be vaccinated.

indien recentelijk gevaccineerd, onderzoeken op wild virus.
human to human transmission animal to human transmission

meningitec * * of menjugate * * gevaccineerd n=96
of meningitec** or menjugate** n=96

alleen feline leukemievirus (felv) negatievekatten mogen gevaccineerd worden.
only feline leukaemia virus (felv) negative cats should be vaccinated.

alleen feliene leukemievirus (felv) negatieve katten mogen gevaccineerd worden.
only feline leukaemia virus (felv) negative cats should be vaccinated.

uitgebreide zwelling van gevaccineerde ledemaat
extensive swelling of vaccinated limb