Results for naaldbomen translation from Dutch to English

naaldbomen
conifers

hars van naaldbomen
conifer resin

naaldbomen (coniferales);
conifers (coniferales),

naaldverlies (naaldbomen),
defoliation - conifers,

vezelhout van naaldbomen
coniferous pulpwood

aftappen van levende naaldbomen
tapping of live conifers

takken en twijgen van naaldbomen
conifer branches

zij leven alleen in naaldbomen.
they only live in coniferous woods.

takken en twijgen van naaldbomen, vers
conifer branches, fresh

in de bossen zie je bijna overwegend naaldbomen.
the forests are now mainly from conifers.

naaldbomen, van oorsprong uit andere werelddelen dan europa
conifers, originating in countries other than europe,

totale schade aan naaldbomen volgens de gecombineerde beoordeling
total forest damage for conifers on the basis of the combined assessments

bast, zonder andere delen, van naaldbomen (coniferales).
isolated bark of conifers (coniferales).

naaldbomen (coniferales), van oorsprong uit niet-europese landen
conifers (coniferales), originating in non-european countries

naaldbomen (* = voor de monsterneming van naalden te gebruiken soorten)
conifers (* = species to be used for the foliage inventory)

1.1. planten van naaldbomen (coniferales), indien van toepassing.
1.1. plants of conifers (coniferales), as appropriate

zaaddragende kegel van een naaldboom
seed-bearing pine cone