Results for ongehuwd translation from Dutch to English

ongehuwd
single

ongehuwd.
ongehuwd.

ongehuwd samenwonen
non-marital cohabitation

ik ben ongehuwd.
i am a student.

minderjarig ongehuwd kind
minor unmarried child

hij bleef ongehuwd.
he died unmarried.

erizzo bleef ongehuwd.
erizzo never married.

hij stierf in 1689 ongehuwd.
alexander died in madrid in 1689.

mijn zusters zijn allebei ongehuwd.
both of my sisters are not married.

casimir bleef ongehuwd en had geen kinderen.
casimir never married or had children.

een alleenstaande met een ongehuwd kind onder de 18 jaar.
a single person with an unmarried child under 18

familiale status: ik ben ongehuwd en heb geen kinderen.
as for my marital status, i am single and do not have any children.

voor zover mij bekend, is frans eduard ongehuwd gebleven.
as far as i know, frans eduard remained single.

deze vrouwelijke atleten waren ongehuwd en streden naakt of droegen korte jurkjes.
those raised in sparta were the exception, where they were trained in the same athletic events as boys, because spartans believed that strong women would produce strong future warriors.

berekening voor december 2020 inhoudingen en totalen voor december 2020 ongehuwd - geen kinderen ten laste
recalculation of previous period

* jozef benedictus (5 oktober 1766 - 29 oktober 1802), werd hertog van maurienne, bleef ongehuwd.
# giuseppe of savoy (5 october 1766 – 29 october 1802) died unmarried of malaria.

kind van ongehuwde ouders
child of parents neither of whom is married