Results for relatie bouwer translation from Dutch to English

bouwer
constructor

over de bouwer.
about the builder.

werk van de bouwer
builder's work

plaatje van de bouwer
builder’s plate

over de bouwer van dit instrument.
about the builder of this instrument.

zet initramfs bouwer, standaard genkernel
set initramfs builder, defaults to genkernel

een website voor een bouwer van strijkstokken.
a website for a violin bow maker.

en ook de satans, elke bouwer en duiker,
and [also] the devils [of jinn] - every builder and diver

de bouwer van de dam was gelukkig een beroeps.
the builder of the barrage knew his job; he was a professional.

een kapla bouwer is de maker van het vergankelijke.
those small beam planks became the game kapla.

e.r. ottes is de bouwer van dit instrument.
e.r. ottes is the builder of this instrument.

het orgel, van een onbekende bouwer, dateert uit 1531.
the organ, from an unknown builder, goes back to 1531.

we zullen een globaal katalysator en netwerk bouwer te zijn.
we will be a global catalyst and network builder.

_ raadpleeg een deskundige bouwer voor de constructie van de behuizing.
_ please consult with a qualified builder for the construction of the enclosure.

ons gereedschap wordt gemaakt voor de amerikaanse boer, bouwer, ondernemer, maker.
our tools are being made for the american farmer, builder, entrepreneur, maker.

erkend technicus, erkend bouwer („autorizovaný technik, autorizovaný stavitel”),
authorised technician, authorised builder (autorizovaný technik, autorizovaný stavitel),

schermbeeldcamera met spiegel van bouwers
bouwers'optical system