Results for te kennen translation from Dutch to English

te kennen
to be granted estimated

te kennen;
of data;

niet toe te kennen of
not to proceed with the award, or

om liefde te kennen.
to know love.

--„ik meen hem te kennen.”
"i think i know him."

hij lijkt ons te kennen.
he seems to know us.

a2 = toe te kennen steunbedrag.
a2 = aid to be paid.

haar bezorgdheid te kennen geven
to express one's concern

bedrag toe te kennen bij invoer
amount to be granted on imports

het oordeel wensen te kennen van...
to wish to hear the views of

is het mogelijk om god te kennen?
4. can god be known?

recht zijn of haar ouders te kennen
right to know identity of genetic parents

een zonde van gulzigheid toe te kennen ...
a sin of gluttony to be granted ...

eerst moet u zich te kennen geven!
first you have to identify yourself!

laten wij ernaar jagen god te kennen
let us pursue the knowledge of god

iedereen wordt geacht de wet te kennen.
ignorance of the law is no excuse

maatregelen om financiële overheidssteun toe te kennen;
measures aimed at providing public financial assistance;

marianne's gezicht gaf veel meer te kennen.
marianne's countenance was more communicative.

we hebben dit betreuren ook te kennen gegeven.
we have made this known.

lanzarote. alle informatie om deze uitgebreid te kennen.
lanzarote. all the information you need.