Results for wagen translation from Dutch to Esperanto

wagen
aŭtomobilo

ik wil en wagen huren.
mi volas lui veturilon.

- niet voor de witte wagen.
ne tiuj de la blanka aŭto.

deze wagen is te duur voor mij om te kopen.
tiu veturilo estas tro multekosta por ke mi ĝin aĉetas.

men moet het paard niet achter de wagen spannen.
ne jungu la ĉevalon malantaŭ la ĉaron.

mijn vader en meneer kimura hebben dezelfde wagen.
mia patro kaj sinjoro kimura havas la saman aŭton.

ik hoop dat mijn wagen niet in panne valt en dat ik je op tijd bereik.
mi esperas ke mia aŭto ne paneos, kaj mi atingos al vi ĝustatempe!

enkel diegenen die het wagen om te ver te gaan, zullen weten tot hoever ze mogen gaan.
nur tiuj, kiuj riskas iri tro foren, scias, ĝis kie oni povas iri.

u werd aangehouden bij de douane van new york toen u een wagen probeerde het land in te brengen met veertig kilo heroïne aan boord.
ni arestis vin en la novjorka doganejo en aŭto kun 40 kg da heroino.

dat waag ik erop, oké?
-sufiĉas por mi.