Results for bernajoux translation from Dutch to French

--„bernajoux, om u te dienen.”
-- bernajoux, pour vous servir.

--„en aan bernajoux die twee andere fraaie steken.”
-- et ces deux beaux coups d'épée à bernajoux.

nu blijft die van bernajoux nog over, wees dus op uw hoede.”
reste bien encore celui de bernajoux, mais il ne faudrait pas trop vous y fier.»

--„hoe bevindt zich de heer bernajoux, de bloedverwant van uw schildknaap?”
-- comment se trouve m. bernajoux, le parent de votre écuyer?

de gekwetste bernajoux was er reeds vroeger in gebracht, en, gelijk wij zeiden, in deerniswaardigen toestand.
quant au blessé, il y avait été tout d'abord transporté et, comme nous l'avons dit, en fort mauvais état.

--„welnu, mijnheer bernajoux!” zeide d’artagnan bedaard, „ik zal u aan de deur wachten!”
-- eh bien, monsieur bernajoux, dit tranquillement d'artagnan, je vais vous attendre sur la porte.

tusschen leven en dood zwevende, had bernajoux zelfs niet een oogenblik de gedachte de waarheid te verzwijgen, en hij verhaalde aan beide heeren oprecht de zaken, zooals zij waren voorgevallen.
placé entre la vie et la mort comme l'était bernajoux, il n'eut pas même l'idée de taire un instant la vérité, et il raconta aux deux seigneurs les choses exactement, telles qu'elles s'étaient passées.

daarop viel bernajoux ter aarde, en dewijl de gardes twee tegen vier waren, begonnen zij te roepen: „te hulp! te hulp!
en ce moment bernajoux tomba; et comme les gardes étaient seulement deux contre quatre, ils se mirent à crier: «À nous, l'hôtel de la trémouille!»

--„is het niet die zekere d’artagnan, die eenigen tijd geleden jussac een wonde toebracht, bij gelegenheid van een tweegevecht in de nabijheid van het barrevoeter-karmelieten klooster?” vroeg de koning, den kardinaal aanziende, die van spijt dacht te barsten. „en den volgenden dag bernajoux?”
-- n'est-ce pas ce d'artagnan qui a blessé un jour jussac dans cette malheureuse rencontre qui a eu lieu près du couvent des carmes-déchaussés? demanda le roi en regardant le cardinal, qui rougit de dépit.