Results for deel uitmaken translation from Dutch to French

deel uitmaken van
faire partie de

deel uitmaken van de bordeswand.
ils font partie de la façade palière.

deel uitmaken van de handelsportefeuille;
détenus en tant qu'éléments du portefeuille de négociation;

deel uitmaken van de unie betekent:
faire partie de l'union signifie:

(3) deel uitmaken van het gezin
(3) faire partie du ménage

van een consortium mag ook deel uitmaken
en outre, un consortium peut comprendre également

en daarvan willen zij deel uitmaken.
(applaudissements)

kunnen van het samenwerkingsverband deel uitmaken :
peuvent faire partie de l'association :

1° die deel uitmaken van zijn gezin;
1° qui font partie de son ménage;

watertanks die deel uitmaken van de scheepsconstructie,
citernes à eau intégrées à la structure du navire,

landen die deel uitmaken van de g-24
pays appartenant au groupe g24

studentenmobiliteit zal geen deel uitmaken van cp's.
les projets compacts n'incluront pas une bourse de mobilité.

deze opmerking deel uitmaken van algemene aanvragen.
cette remarque s'applique uniquement aux projets contenus dans les demandes globales.

• militaire spelers deel uitmaken van het proces
• en intégrant les opérateurs militaires;

instellingen die deel uitmaken van een groep ondernemingen
organismes faisant partie d'un groupe d'entreprises

de verdediger mag geen deel uitmaken van de commissie.
le défenseur ne peut faire partie de la commission.

-j welke deel uitmaken van algemene ? lanvragen.
une partie des données figurant dans ce tableau a été obtenue par évaluation.

de deskundigen mogen geen deel uitmaken van de administratie.
les experts ne peuvent être membres de l'administration.

4.3.13 personen die deel uitmaken van een minderheid
4.3.13personnes appartenant à des minorités

— verscheidene regionale organisaties waarvan acs­suten deel uitmaken,
— plusieun organismes régionaux dont font partie de: euu acp,