Results for quiz translation from Dutch to German

quiz
quiz

love quiz
2 abendessen de

quiz afbreken
quiz abbrechen

quiz voor %1
quiz für %1

ik wil graag een quiz met u doen.
ich möchte mit ihnen ein fragespiel machen.

de quiz over de europese unie had veel succes.
das quiz über die europäische union lockte zahlreiche teil- nehmer an.

editor-instellingen@title:group quiz settings
editoreinstellungen@title:group quiz settings

de poster bevat ook de quiz over de kenmerken van eurobankbiljetten en ­muntstukken.
das poster enthält ein quiz über die merkmale der euro-münzen und -banknoten.

beantwoord de quiz en lever je antwoorden in bij de hostess aan de ingang van de tent
beantworten sie die fragen in unserem quiz und geben sie ihre antworten bei der hostess am zelteingang ab

we hebben ook met jongeren gewerkt via wedstrijden, een quiz, enz. "
wir haben auch mit jugendlichen gearbeitet und versucht, sie mit wettbewerben und quiz zu erreichen. "

een europese quiz voor kinderen vormde het middelpunt van de stand van de ombudsman tijdens de open dagen in straatsburg en brussel van 1 en 5 mei 2007.
ein europaquiz für kinder war bei den tagen der offenen tür in straßburg und brüssel am 1. und 5. mai 2007 der mittelpunkt am stand des bürgerbeauftragten.

deze wedstrijd bestaat uit een multiple choice-quiz en een opstel om de kennis en ideeën van jongeren over de eu te testen.
im rahmen dieses wettbewerbs sind ein quiz (fragebogen) und ein aufsatz vorgesehen, um das wissen und die ideen der schüler über europa zu testen.

ga naar onze website europa.eu.int/europago/explore en doe de quiz over elk hoofdstuk.
auf unserer website europa.eu/europago/explore ndest du zu jedem kapitel ein quiz.

ga naar onze websiteeuropa.eu.int/europago/explore/en doe de quiz over elk hoofdstuk.
auf unserer websiteeuropa.eu.int/europago/explore/findest du zu jedem kapitel ein quiz.

- taalwerken (b.v. voordrachten, toespraken, preken, commentaren, berichten, overig zakelijk proza, romans, novellen, vertellingen, gedichten, hoorspelen, televisiespelen, drama's, "quiz"-uitzendingen, verbindende causerieën bij radio- en televisiemededelingen,enz.);
- sprachwerke (z. b. vorträge, ansprachen, predigten, kommentare, berichte, sonstige sachprosa, romane, novellen, erzählungen, gedichte, hörspiele, fernsehspiele, dramen, quizsendungen, verbindende plaudereien bei hörfunkund fernsehansagen usw.);