Results for speelgoed translation from Dutch to German

speelgoed
spielzeug

— speelgoed
— kosmetika und detergenzien,

h) speelgoed
funktionieren des binnenmarktes h) spielzeug

— in speelgoed;
— bei spielzeugen;

werkgroep speelgoed
arbeitsgruppe " spielzeug "

speelgoed, spellen
spielzeug, spiele

speelgoed-probleem
spielproblem

- speelgoed (coface)
- spielzeug (coface)

veiligheid van speelgoed
sicherheit von spielzeug

speelgoed- en sportartikelenfabrieken
herstellung von spiel- und sportwaren

— speelgoed en videospelletjes,
ursprung/herkunft/bestimmung

88/378/eeg speelgoed
88/378/ewg sicherheit von spielzeug

iii. kennisgevingsformulier voor speelgoed
meldeformular für spielzeug

betreft: veilig speelgoed
betrifft: efre-finanzierung sozialer infrastrukturen in den spanischen regionen

ander speelgoed van kunststof
anderes spielzeug aus kunststoff

slaghoedjes, anders dan speelgoed
zündkapseln und zündblättchen, ausgenommen spielzeug

spellen en speelgoed; kermisattracties
spiele und spielwaren; schaustellerunternehmen

speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur
spielzeug sowie sport- und freizeitgeräte

ander speelgoed, n.e.g.
anderes spielzeug a.n.g.

speelgoed gisteren, speelgoed vandaag
spielzeug von gestern und heute