Results for vestiging translation from Dutch to German

vestiging
standort

per vestiging
betrieb

1c) vestiging
(1) c) niederlassung

vestiging(en):
standort(e):

datum vestiging
date of settlement

vestiging/diensten
niederlassung/dienstleistungen

recht van vestiging
niederlassungsrecht

regio van vestiging;
region des wohnsitzes;

vestiging (of onderneming)
betrieb (oder unternehmen)

werknemers per vestiging, 1996
%dergesamt- beschäftigung 1996

aftrek voor eerste vestiging
investitionsfreibetrag

hoofdstuk 3 — vrijheid vestiging
kapitel 3 — freier dienstleistungsverkehr und niederlassungsrecht

gemeenschappelijke bepalingen inzake vestiging
gemeinsame bestimmungen für die niederlassung

een erfdienstbaarheid vestigen
eine dienstbarkeit errichten