Results for vetzucht translation from Dutch to Italian

vetzucht
obesità

muis, vetzucht-
topi obesi

pijnlijke vetzucht
adiposi dolorosa

sfingomyeline-vetzucht
lipidosi sfingomielinica

vetzucht, niet gespecificeerd
obesità

syndroom; cardiopulmonale vetzucht
sindrome di pickwick

type ii diabetes met vetzucht
diabete di tipo ii obeso

type ii diabetes zonder vetzucht
diabete di tipo ii non obeso

-longkanker staat los van vetzucht.
non siamo neanche riusciti a farlo bere da una bottiglia. ditegli che il cancro non c'entra niente con l'obesita'.

extreme vetzucht met alveolaire hypoventilatie
sindrome di pickwick

vetzucht zit niet in m'n familie.
e' una buona cosa, vero? si', ci siamo divertiti un sacco.

bt1 ziekte nt1 diabetes nt'l vetzucht rt stofwisseling
bt1 equipollenza bt2 curricolo scolastico rt libera circolazione richiesta di forza-lavoro use fabbisogno di manodopera riconoscimento delle parole ricompensa

een man met vetzucht en longkanker... twee gemakkelijke verklaringen voor zijn hartfalen.
uomo obeso con cancro ai polmoni... due spiegazioni facili per il problema al cuore.

voor de vleesproductie gehouden varkens worden meestal ad libitum gevoederd tot zij bijna volwassen zijn, waarna het voer moet worden gerantsoeneerd om vetzucht te vermijden.
i suini allevati per la produzione di carne sono in genere alimentati ad libitum fino alla maturità; successivamente l’alimentazione viene razionata per evitare l’obesità.

-- mijnheer de voorzitter, elk weldenkend mens zal het uitgangspunt van de huidige verordening onderschrijven: vetzucht aanpakken en gezonde voeding propageren.
– signor presidente, siamo di fronte all’ ennesimo provvedimento di legge che cerca di estendere l’ autorità dell’ unione europea sugli stati membri.

zij variëren van chronische ziekten (hart- en vaatziekten, kanker, diabetes), samen met overgewicht en vetzucht, besmettelijke ziekten (hiv/aids, tuberculose) en neurodegeneratieve ziekten (verergerd door een steeds ouder worden bevolking) tot sociaal isolement, afnemend welzijn, toenemende afhankelijkheid van patiënten van formele en informele zorg en meervoudige blootstelling aan omgevingsfactoren met onbekende gevolgen voor de gezondheid op de lange termijn.
malattie croniche (malattie cardiovascolari, tumori e diabete), sovrappeso e obesità, malattie infettive (hiv/aids, tubercolosi) e neurodegenerative (acutizzate dall'invecchiamento della popolazione), isolamento sociale, diminuzione del benessere, maggiore dipendenza dei pazienti dall'assistenza formale e informale, esposizione multipla a fattori ambientali di cui sono ignote le conseguenze a lungo termine sulla salute.