Results for voiture translation from Dutch to Spanish

ach, mijnheer! gij doet al wat gij wilt; gij zult de heeren voiture en de benserade op zijde streven....
oh, señor, haced cuantos queráis, podéis convertiros en el émulo del señor de voiture y del señor de benserade.

„goede god!” riep hij lachend uit, „nu wanhoop ik er voor altijd aan, dat die arme michon ooit als de heer voiture zal schrijven.”
¡buen dios! exclamó riendo . decididamente no lo conseguirá; nunca esa pobre michon escribirá como el señor de voiture.

--„en vervolgens,” ging aramis voort, zijn oor knijpende om het rood te doen worden, zooals hij zijn handen bewoog om ze wit te doen blijven; „en vervolgens heb ik een _rondeau_[7] hierop gemaakt, dat ik verleden jaar aan den heer voiture heb laten lezen, en waarmee die groote man mij heeft geluk gewenscht.”
y además continuó aramis pellizcándose la oreja para volverla roja, de igual modo que agitaba las manos para volverlas blancas , además he hecho cierto rondel que le comuniqué al señor voiture el año pasado, y sobre el cual ese gran hombre me hizo mil cumplidos.