Results for enjoyable translation from English to Dutch

enjoyable.
aangenaam.

enjoyable (1)
enjoyable (1)

were they enjoyable?
waren zij plezierig?

enjoyable show (1)
enjoyable show (1)

a very enjoyable stay.
a very enjoyable stay.

an enjoyable experience!
een fijne ervaring!

it was pretty enjoyable.
japan is ook schoon.

that makes the job enjoyable.
dat maakt werken leuk.

it is very enjoyable indeed!
het is echt bijzonder leuk!

but it's nonetheless enjoyable.
maar het is niettemin best lekker.

we wish her a very enjoyable stay.
wij wensen haar een zeer aangenaam verblijf.

we wish you an enjoyable pastime!
wij wensen u een aangenaam tijdverdrijf!

in a manner which is enjoyable
op een plezierige manier

this seems a very enjoyable exercise.
dat lijkt mij heel plezierig.

there is an exciting and enjoyable time
er komt een spannende maar vooral leuke tijd aan

an enjoyable and entertaining book for children.
een heel leuk en onderhoudend boek voor kinderen.

in winter, walking is easy and enjoyable.
in de winter is wandelen een aangename vrijetijdsbesteding.

i said: "it is such an enjoyable job!
ik zei tegen hem: "nou en of, ik heb geboft met deze baan!

taste is not chocolate but still very enjoyable
smaak is geen chocolade, maar nog steeds zeer aangenaam

work has become so much more enjoyable this way."
werken wordt hierdoor zoveel leuker.”