Results for get up translation from English to Dutch

get up
optrekken

get up.
sta op.

come on. get up.
komaan. sta recht.

to get up there...
hij dacht naar een boerderij te...

get-up of goods
presentatie van een goed

cannot get up there
kan daar niet komen

rest and get up normally,
kunnen rusten en normaal kunnen opstaan,

right to a get-up
"ausstattungs"-recht

please don't get up.
alsjeblieft sta niet op.

get up here and do your job.
kom hier en doe wat je moet doen.

and then he told her, get up.
toen zei hij, sta op.

do get up, it's very late.
sta op. het is al heel laat.

i usually get up at eight.
ik sta meestal om acht uur op.

but you get up at 4 a.m.
je staat op om vier uur ‘s morgens.

i usually get up at 6:00.
ik sta gewoonlijk op om 6 uur.

just work hard and you get up in life.
werk hard en je komt er wel.

and then i get up at 6 a.m.
en om 6 uur sta ik op.

i didn't want to get up early.
ik wilde niet vroeg opstaan.

i feel dizzy every time i get up.
ik voel me duizelig elke keer als ik opsta.

they tell him: 'out, augustine, get up'.
ze zeggen hem: 'eruit, augustinus, sta op!' ik echter zei: 'ja, straks, nog even'.