Results for home to translation from English to Dutch

home to everyday life
naar huis en het leven van alledag

provides a home to rent.
biedt een huis te huren.

at home? to the beach?
thuis? naar het strand?

on the way home to berlin
op de terugweg naar berlijn

eat at home to save money.
eten thuis om geld te besparen.

do you go home to dinner?"
ga je om twaalf uur naar huis om te eten?"

it is home to r.s.c.
het is de thuisbasis van voetbalclub rsc anderlecht.

access at home to a computer,
toegang thuis tot een computer;

holland is home to the j.h.
holland is de woonplaats van joe the plumber.

australia is like a home to live in
australië is als een huis, je kunt erin wonen

and they have all gone home to celebrate.
daarvoor laten zij zich thuis op handen dragen.

he goes home to kansas city, missouri.
hij gaat naar huis naar kansas city, missouri.

transport of employees from home to workplace
vervoer van werknemers van huis naar werkplek

childersburg is home to the childersburg tigers.
childersburg ligt op ongeveer 141 m boven zeeniveau.

did you stay home to study for the test?
ben je thuis gebleven om te leren voor de toets?

cayucos is home to cayucos state beach.
cayucos ligt op ongeveer 23 m boven zeeniveau.

debt crisis: democracy comes home to greece
griekenland: democratie vindt zijn weg naar huis

that comes home to roost at critical moments.
bij cruciale momenten wreekt zich dat.

==architecture==cloquet is home to the r.w.
cloquet ligt op ongeveer 321 m boven zeeniveau.

he promptly chains her to take her home to victoria.
ze heeft de ketting van de koning om haar hals.