Results for neighborhood translation from English to Dutch

neighborhood
buurt

a neighborhood
een wijk

good neighborhood.
goede buurt.

neighborhood controls
buurtcontroles

very good neighborhood.
zeer goede buurt.

in the neighborhood?
in the neighborhood?

the boss in this neighborhood
de baas in deze buurt

especially in my neighborhood.
vooral bij mij in de buurt.

so we came in neighborhood!!
we kwamen dus in de buurt !!!!

he lives in this neighborhood.
hij woont in deze wijk.

advanced network neighborhood browser
name

how can one not love this neighborhood?
hoe kun je niet van deze buurt houden?

food ? no, nothing in the neighborhood.
oh ja, vergeten de boiler voor u aan te zetten, meneer. eten? nee, hier is niets in de buurt.

it needs a neighborhood, a community.
zo kende rotterdam een walensteeg.

clean, safe, nice and quiet neighborhood.
schoon, veilig, mooi en rustige buurt.

beautiful are the squares of the neighborhood.
mooi zijn de pleinen van de wijk.

4. your neighborhood could depend on it.
4. uw buurt kan er van afhangen.

a quiet, safe, family oriented neighborhood.
een rustige, veilige, familie georiënteerde omgeving.

'the first magical neighborhood of mexico'
'de eerste magische wijk van mexico'

really nice and quiet neighborhood with all nearby.
echt mooie en rustige wijk met alle in de buurt.