Results for non stop translation from English to Dutch

non-stop
zonder tussenstop

non stop (1)
non stop (1)

non-stop service
continudienst

he eats non-stop.
hij eet aan één stuk door.

non-stop. everywhere.
voortdurend. overal.

non-stop push button
doorrijdrukknop

non-stop urban transportation
continu stedelijk vervoer

demand actuated non-stop service
inzet puur afhankelijk van de vraag

it was a practically non-stop schedule.
het was bijna een non-stop schema.

the handlebars are non stop making small corrections.
het stuur maakt doorlopend heel kleine correcties.

non-stop travel options ranked by departure time;
non-stop reisopties in volgorde van vertrektijd;

it's non-stop pr propaganda and public relations.
het is non-stop pr propaganda en public relations.

non-stop fromchicago to germany in the summer of 2009:
aan de vermindering van de heffingsgrondslag zijn de volgende voorwaarden verbonden :

it has been non-stop ever since we were elected in 1999.
sinds onze verkiezing in 1999 hebben we geen moment stilgezeten.

everything that makes us both fun. we can enjoy non-stop.
alles wat maakt ons zowel leuk. we kunnen genieten van non-stop.

non-stop flights from johannesburg to asia in the summer of 2009:
non-stop bestemmingen vanuit brussel naar azie in de zomer van 2009:

all non-stop direct flights between the city-pairs concerned,
alle ononderbroken rechtstreekse vluchten tussen de betrokken stedenparen;

non-stop flights from hong kong to the africa in the summer of 2009:
europese bestemmingen in de zomer van 2009: duitsland

if i had to hear it 24 hours, non-stop, it might be very tiring.
als ik er 24 uur per dag, non-stop naar moest luisteren, zou het erg vermoeiend zijn.

we are available virtually non-stop, and that means absolute flexibility for our clients.
want we zijn vrijwel non-stop beschikbaar en dat betekent absolute flexibiliteit voor onze klanten.