Results for relación translation from English to Dutch

no veo la relación.
ik zie het verband niet.

no existe tal relación.
zo'n verband bestaat niet.

la relación no se encuentra.
deze lijst is onvindbaar.

¿cuál es la relación existente?
welke samenhang is daar?

en relación con la enmienda 5.
betreffende amendement 5

relación de propuestas legislativas pendientes
overzicht van nog hangende wetgevingsvoorstellen

aunque sí hay una relación política.
er is wel een politiek verband.

la relación norte-sur es difícil.
de verhouding noord-zuid is moeilijk.

hay que destacar esta dimensión y relación.
daar moet toch eens op worden gewezen.

existe una relación interesante entre ambos.
er is een interessant verband tussen voetbal en economie.

en relación con la directiva 2002/ 73/ ce
hoe zal richtlijn 2002/73/eg

esto en relación con las duplicidades y la competencia.
dit in verband met ongewenste overlap en concurrentie.

en relación con esto, añadiré dos puntos decisivos.
ik noem daar twee belangrijke redenen voor.

europa avanzará en unión en relación con el euro.
europa zal het tijdperk van de euro gezamenlijk betreden.

relación estadística de los transportes de mercancías por carretera
statistische registratie van het goederenvervoer over de weg

existe una clara relación entre igualdad y salud.
er bestaat een duidelijk verband tussen gelijkheid en gezondheid.

así, empezaré con exigencia nuestra relación con el consejo.
zo zal ik om te beginnen veeleisend zijn in onze relatie met de raad.

quiero que obtengamos una mejor relación calidad-precio.
ik wil dat we meer waar voor ons geld krijgen.