Results for the client translation from English to Dutch

the client
de cliënt

on the client
op de client krijg de langzame pc's zover dat ze op de server draaien.

to the client.
stelt aan opdrachtgever.

by the client:
door de klant :

this is the client :
this is the client :

identification of the client
identificatie van de aanvrager

the client's client
de cliënt van de cliënt

the client company (you)
de klant (u!).

and needs of the client.
and needs of the client.

manufactures to suit the client. ...
...

name: the name of the client.
"name" (naam): de naam van de client.

specific requests from the client
speciale eisen van de opdrachtgever

lemento focuses on the client.
lemento stelt de klant centraal.

7. the client creates objects.
7. de client maakt objecten aan.

- communicating clearly with the client.
- een duidelijke communicatie met de klant.

analysing the needs of the client
de analyse van de behoeften van de klant

knowing the client is our responsibility.
kennen van de klant is onze verantwoordelijkheid.

2. personal approach of the client.
2. persoonlijke benadering van de klant.

a. the client has approved the work;
a. opdrachtgever het werk heeft goedgekeurd;

ability to refer the client appropriately
de klant in de juiste richting te sturen