Results for thuja translation from English to Dutch

thuja
thuja plicata

thuja, nos
thuja

thuja occidentalis
arbor vitae

occidentali, thuja
arbor vitae

thuja (organism)
thuja

thuja gigantea nutt.
cedar, western red

thuja occidentalis l.:
absolue van levensboom rve-nr.

thuja occidentalis stem oil
thuja occidentalis stem oil cas-nr.

thuja plicata (organism)
cedar, western red

thuja occidentalis oil and extract
thuja occidentalis-olie en -extract

thuja plicata donn ex d.don
cedar, western red

thuja occidentalis leaf oil and extract
thuja occidentalis leaf oil en extract cas-nr.

conifers such as the thuja are considered particularly sensitive plants.
coniferen zoals thuja worden beschouwd als bijzonder gevoelig.

thuya occidentalis extract is an extract of the bark of the thuja, thuya occidentalis, pinaceae
thuya occidentalis extract is een extract van de schors van de thuja, thuya occidentalis, pinaceae

thuya occidentalis leaf extract is an extract of the leaves of the thuja, thuya occidentalis, pinaceae
thuya occidentalis leaf extract is een extract van de bladeren van de thuja, thuya occidentalis, pinaceae

thuja ( ) is a genus of coniferous trees in the cupressaceae (cypress family).
levensboom ("thuja") is een geslacht van coniferen uit de cipresfamilie ("cupressaceae").

wood of conifers (coniferales), except that of thuja l., other than wood in the form of:
hout van coniferae, exclusief hout van thula l., met uitzondering van hout in de vorm van:

whether or not listed among the cn codes in annex v, part b, wood of thuja l., other than in the form of:
al dan niet onder de gn-codes in bijlage v, deel b, vermeld hout van thuja l., met uitzondering van hout in de vorm van:

here you can also find rare and endangered species such as the yew and the conifer thuja also called the "tree of life" for its homeopathic properties.
hier kan men zelfs zeldzame en bedreigde plantensoorten vinden zoals de taxus en de thuja naaldboom die ook wel de "levensboom" wordt genoemd vanwege de homeopathische eigenschappen.

‘susceptible wood and bark’: wood and isolated bark of conifers (coniferales), except that of thuja l.;
„vatbaar hout en vatbare schors”: hout en aparte schors van coniferae, met uitzondering van hout en aparte schors van thuja l.;