Results for hebben translation from English to German

hebben?
hebben?

dit hebben ...
dit hebben ...

we hebben pups
wir haben welpen

hebben o zijn??
the use of 'geen'?

'hebben' èëè 'zijn'?
the use of 'geen'?

we have wij hebben
wir haben Εμείς έχουμε

we hebben genoten.
we hebben genoten.

nee, dat hebben we niet.
nee.

we hebben 1 gast online
aktuell 1 gast online

we hebben er van genoten.
we hebben er van genoten.

marco: ja, dat hebben ze.
marco: ja, dit is de keuken.

alle kamers hebben een koffiezetappara...
alle kamers hebben een koffiezetappara...

4. hij (hebben) een goed boek.
4. hij (hebben) een goed boek.

we enjoyed ourselves we hebben genoten
wir hatten viel spaß we hebben genoten

we hebben een super weekend beleefd.
we hebben een super weekend beleefd.

we hebben genoten in "de waterval".
we hebben genoten in "de waterval".

als ''nee''... dan hebben we geen oplossing...
als ''nee''... dan hebben we geen oplossing...

op dat week, we hebben de test nummer 2.
op dat week, we hebben de test nummer 2.

deze locatie hebben wij aangekocht in januari 2009.
diesen standort haben wir im januar 2009 übernommen.

the main exceptions are 'zijn' and 'hebben'.
the main exceptions are 'zijn' and 'hebben'.