Results for finiĝos translation from Esperanto to Dutch

baldaŭ ĉio finiĝos.
het is bijna gedaan.

kiam finiĝos la pluvtempo?
wanneer is het regenseizoen ten einde?

je kiu horo finiĝos lernejo.
hoe laat is school uit?

tio finiĝos, kiam vi ekvolos.
het houdt op als jij dat wilt.

la mondo ne finiĝos pro tio.
dat is nog het einde van de wereld niet.

kio komenciĝis, tio ankaŭ finiĝos.
wat begonnen is, zal ook eindigen.

kio? mia labortempo finiĝos post unu horo.
mijn dienst zit er over een uur op.

mi diradis al mi, ke ĝi baldaŭ finiĝos.
ik bleef mezelf voorhouden dat het allemaal gauw voorbij zou zijn.

dio, kiam tio finiĝos? dio, kiam tio finiĝos?
wanneer houdt dit op?

Ĉu ci telefonos al mi, kiam la spektaklo finiĝos?
bel me als de show afgelopen is. ja, oké.

se vi finas kppp ankaŭ finiĝos via ppp- seanco.
bij het verlaten van kppp wordt uw ppp-sessie afgesloten.

tio certe finiĝos per batalo, kiel en bonaj vesternoj.
dit verhaal eindigt met een duel zoals in een goeie western.

la rato respondas. tiam oni diras al ni, kiam tio finiĝos.
de rat antwoordt en dan zeggen ze wat er zal gebeuren.

evidentis por ĉiu, ke la geedziĝo frue aŭ malfrue finiĝos per eksedziĝo.
het was voor iedereen duidelijk dat het huwelijk vroeg of laat op een scheiding zou uitdraaien.

realo estas tia, ke ĝi finiĝos, kiam vi ĉesos voli turmenti ŝin.
het houdt op als jij haar geen pijn meer wilt doen.

tiam vi veturigos min eksterurbcentren, kaj vi atendos nin. kaj ĝi finiĝos je la sepa.
daarna gaan we naar de stad en wacht u op ons... ik zie u om zeven uur.

ne ekzistas ajna eblecom, ke tiu vintro iam ajn finiĝos ĝis kiam tiu marmoto daŭre vidas sian ombron.
vergeet het maar. er komt nooit een einde aan deze winter zolang deze bosmarmot haar schaduw steeds weer ziet.