Results for autrui translation from French to Dutch

autrui
aquilienne

fait d'autrui
andermans daad

gestation pour autrui
draagmoeders

propriété d'autrui
aan een ander toebehorende zaak

respect d'autrui;
belangen van anderen;

avec des contacts avec autrui
omgaan met mensen

soyez aimable avec autrui !
wees aardig voor anderen.

tor dirigé contre autrui).
r ist gepleegd.

pauvreté des relations avec autrui
verminderd contact

transport pour compte d'autrui
vervoer voor rekening van derden

la responsabilité du fait d'autrui;
de aansprakelijkheid voor handelingen van anderen;

déclaration pour le compte d'autrui
aangifte voor rekening van een ander

ont été réalisées par stipulation pour autrui
bij sterkmaking verricht werden

réaction d'autrui à la présentation;
terugkoppeling op zelfpresentatie;

total transports pour compte d'autrui
totaal beroepsvervoer

h) la responsabilité du fait d'autrui;
h) de aansprakelijkheid voor handelingen van anderen;

droit d'utiliser les inventions d'autrui
het recht om gebruik te maken van de uitvindingen van anderen

l'acheteur peut confier le paiement à autrui.
een koper mag de betaling toevertrouwen aan een derde.

transport routier des marchandises pour compte d'autrui
beroepsgoederenvervoer over de weg

l'élève prend soin des biens d'autrui.
de leerling draagt zorgt voor de bezittingen van anderen.