Results for donner un mandat translation from French to Dutch

un mandat;
de opdracht;

donner un état
een staat verstrekken

donner un aperçu
inkijk geven

faut-il un mandat?
is er een mandaat nodig?

donner un avis consultatif
een advies geven

un mandat est renouvelable.
een mandaat is hernieuwbaar.

démissionner d'un mandat
ontslag nemen uit een vertegenwoordigend lichaam

1° après un mandat :
1° na één mandaat :

donner un nouveau look à
in een nieuw kleedje steken

- d'un mandat télégraphique;
- een telegrafische betalingsopdracht,

exercent un mandat politique;
een politiek mandaat uitoefenen;

un mandat par société participante
een mandaat per deelnemende vennootschap

le président exerce un mandat.
de voorzitter oefent een mandaat uit.

exercice d'un mandat politique
uitvoering politiek mandaat

6.4 exécution d'un mandat
6.4 volbrengen van een opdracht

1° un mandat public rémunéré;
1° een bezoldigd openbaar mandaat :

signer en vertu d'un mandat
tekenen met volmacht

1° les détenteurs d'un mandat;
1° de mandaathouders;

transmission d'un mandat d'arrêt
toezending van een aanhoudingsbevel

un mandat d’arrêt a été lancé.
er werd een arrestatiebevel uitgevaardigd.