Results for fixé translation from French to Dutch

fixé
vast

fixé dans
vastgelegd in

espacement fixé
ruimte tussen karakters

mobilier non fixé
los meubilair

amortisseur mal fixé.
schokdemper los

il est fixé à:
het bedraagt:

point idéal fixé
ideaal gewicht

fixé dans le véhicule;
vast geïnstalleerd in het voertuig;

syndrome du cordon fixé
tethered cord-syndroom

support fêlé ou mal fixé.
bevestiging is gebroken of zit los.

ce pourcentage est fixé à:
dit percentage bedraagt:

maître-cylindre mal fixé.
de hoofdcilinder zit los.

l'impôt est fixé à :
de belasting wordt bepaald op :

châssis ou cabine mal fixé.
koetswerk of cabine zit los.

l'objectif fixé à kyoto
de doelstelling van kyoto

elle s’en est fixé trois.
ze heeft er drie.

le prix d'orientation est fixé:
de oriëntatieprijs wordt vastgesteld:

son volume est fixé comme suit:
de omvang wordt als volgt vastgesteld:

l'avantage est fixé forfaitairement à :
het voordeel wordt forfaitair vastgesteld op :

a fondation s'est fixé comme objectif
sequenties voor vrouwen?