Results for intragroupe translation from French to Dutch

transactions intragroupe
intragroeptransacties

opérations intragroupe.
intragroepverrichtingen

dont: dépôts intragroupe
waarvan: intra-groep posities

transfert temporaire intragroupe
overplaatsing binnen een onderneming

contrôle des transactions intragroupe
toezicht op intragroeptransacties

transfert d’actifs intragroupe
groepsinterne activaoverdrachten

4.2 soutien financier intragroupe
4.2 financiële steun binnen een groep

b) hausse des ventes intragroupe
b) stijging van de verkoop binnen de groep

détachement intragroupe et emploi saisonnier
overplaatsing binnen een onderneming en seizoensarbeid

transactions intragroupe et concentration de risques
transacties binnen een groep en risicoconcentratie

limites applicables aux grands risques intragroupe
limieten voor grote blootstellingen binnen de groep

elimination de la création intragroupe de capital.
uitsluiting van het creëren van vermogensbestanddelen binnen een groep

transactions intragroupe avec des compagnies holdings mixtes
intragroeptransacties bij gemengde holdings

les transactions intragroupe sont encadrées (article 8)
regels voor transacties binnen een groep (artikel 8)

section 2 – concentration de risques et transactions intragroupe
afdeling 2 - risicoconcentratie en intragroeptransacties

transactions intragroupe avec des compagnies mixtes et leurs filiales
transacties binnen een groep bij gemengde holdings

nombre d’accords de soutien financier intragroupe conclus.
aantal binnen een groep gesloten financieringsregelingen;

conclusions du fcpt sur les services intragroupe à faible valeur ajoutée
conclusie van het forum in verband met concerndiensten die marginaal waarde toevoegen

directives portant sur l'emploi saisonnier et le détachement intragroupe
richtlijnen betreffende seizoensarbeid en overplaatsing binnen een onderneming

a prêts intragroupe et prêts faisant intervenir des entreprises associées;
a leningen binnen de groep en leningen waar gelieerde ondernemingen bij betrokken zijn;