Results for payer translation from French to Dutch

payer
betalen

a payer :
te betalen :

«À payer»
"te betalen"

veuillez payer
gelieve te betalen voor 15 maart

payer-prendre
cash and carry

effets à payer
te betalen wissels

impôts à payer.
belastingtussenrekeningen.

pouvons-nous payer
mogen wij betalen?

prix effectivement à payer
werkelijk te betalen prijs

le pollueur doit payer.
de vervuiler dient te betalen.

t.v.a. à payer
te betalen b.t.w.

payer argent sur table
met gereed geld betalen

les pollueurs doivent payer.
oostlander ziet tenslotte uit naar de waarnemers uit de kandidaatlidstaten bij het ep.

fournisseurs-effets à payer
wisselschulden-te betalen wissels

pas d'honoraires å payer.
geen vooruitbetaling.

rémunération à payer (1,29 %)
te betalen vergoeding (1,29 %)

procédures d’injonction de payer
procedures voor betalingsbevelen

maires d'injonctions de payer.
leerde analyse van het mkb in het vorige advies („mkb en ambacht"), dat van oktober 1992 dateert.

il faut payer! il faut encaisser!
het pensioen moet worden uitbetaald!

montant à payer (usd) & #160;:
totaalbedrag ($):