Results for angeben translation from German to Dutch

angeben:
specificeren:

(angeben)
problemen bij het gebruik van specifieke communicatiesystemen (specificeren)

esp angeben
specificeer esp

name angeben:
naam:

zahlungsempfänger angeben
naam van de schuldeiser

genehmigungsnummer angeben.
de goedkeuringsnummers vermelden.

& betreff angeben
& onderwerp opgeven

toleranz angeben.“
tolerantie specificeren.”.

(bitte angeben)
cyprisch pond

(angeben, welche)
(specificeren)

[luftfahrzeugmuster angeben] (***)
[luchtvaartuigtype vermelden] (***)

(kfz-kennzeichen angeben)
(kentekennummer invullen)

eigene farbtiefe angeben
verschillende kleurdieptes instellen

bitte testverfahren angeben.
de gebruikte test vermelden.

& benutzerdefinierte testseite angeben
persoonlijke testpagina opgeven

sonstige (bitte angeben)
overig vistuig (specificeren)

sensorisch· fähigkeiten (angeben)
op sensorisch gebied (specificeren)

sonstige sprachen sprache angeben
andere talen vermeld taal

sonstige (bitte haushaltslinie angeben)
andere middelen (begrotingslijn)

(vi) sonstige (bitte angeben):(vi)
(vi) overige (specificeren):