Results for einmal translation from German to Dutch

einmal
erste keer, eenmal

auf einmal
per das

einmal die...
ten eerste,...

(nur einmal)
(eenmalig)

einmal täglich
eenmaal daags

einmal wöchentlich.
wekelijks

einmal-stapelplatte
eenmalig pallet

(einmal täglich)
1 mg/kg/dag (eenmaal daags)

18 monate einmal
18 maanden eenmaal

einmal täglich n (%)
eenmaal daags n (%)

einmal jährliches dosierungsregime
regime van één dosering per jaar

einmal täglich allein.
150 mg eenmaal daags alleen.

einmal jÄhrlich ivngv)
eenmaal per jaar (avvn)

einmal jÄhrlich zweimal jÄhrlich
niet gespecificeerd