Results for affaticato translation from Italian to Dutch

affaticato
moe

affaticato.
we wensen u een prettige reis.

era affaticato.
u was overwerkt.

pesantemente affaticato.
grote schuld, zijn zaken gingen failliet.

- non sono affaticato.
- het gaat prima.

e' solo... affaticato.
gewoon... slechte dag.

ti senti affaticato?
vermoeid?

- ti senti affaticato?
ben je vermoeid?

solo iper-affaticato, credo.
gewoon te moe, denk ik.

- non sembri molto affaticato.
-je was niet erg bezweet.

ti sei sentito affaticato recentemente?
heb je last gehad van vermoeidheid?

era, era un po' affaticato sul set.
hij was, euhm... hij was kort van adem op de set.

aveva il cuore molto affaticato.
zijn hart had veel te verduren.

faceva fatica a respirare, affaticato.
buiten adem, uitgeput.

il cuore e' debole e affaticato.
haar hart is zacht en sponzig.

sei affaticato perchè porti gli occhiali.
en je draagt al een bril. ik weet zeker dat ik 6 cirkels had.

mi hai appena detto che sono affaticato?
zeg je dat ik niet lekker ben?

o solo un affaticato burocrate d'ospedale.
of gewoon een overwerkte ziekenhuis bureaucraat.

il lavoro... mi ha affaticato ed ero stanco.
grapje. het spijt me.

il piccolo raymond sembra più affaticato di ieri.
raymondje klinkt droeviger dan gisteren.