Usted buscó: beneficienza (Italiano - Neerlandés)

beneficienza
weldadigheid

beneficienza.
liefdadigheid.

la beneficienza.
liefdadigheid.

ah, fai beneficienza?
o, heb je een goed doel?

dalli in beneficienza.
geef het aan een goed doel.

- concerto di beneficienza!
benefit concert!

non e' beneficienza, sai?
het is geen liefdadigheidswerk, hoor.

li ho dati in beneficienza.
- ja, maar waar is 't? ik heb 't aan de kerk geschonken.

fa un po' di beneficienza.
geef er toch wat van weg.

- oh, fai anche beneficienza.
- wil je geld?

era alla cerimonia di beneficienza.
ze was op dat liefdadigheidsgala.

lasciava tutto in beneficienza?
liet hij alles na aan een liefdadig doel?

beneficienza alle comunita' povere.
we doen vrijwilligers werk voor arme mensen.

- ehm, le ho date in beneficienza.
die gaven we aan 't goede doel.

i soldi vanno in beneficienza.
het geld gaat naar de goede doelen.

- come puo' esserlo la beneficienza?
- waarom is liefdadigheid een rooie vlag?

- ma e' per beneficienza. - adesso.
maar het is voor het goede doel.

- io direi un'asta di beneficienza.
ik gok liefdadigheidsveiling?

- vorremmo fare un party di beneficienza
we willen een liefdadigheidsfeest organiseren.

una quota di guadagni va in beneficienza
een deel van het geld gaat naar een benefiet.