Usted buscó: ricontrolla (Italiano - Neerlandés)

ricontrolla.
controleer 't.

- ricontrolla.
check het nog eens.

beh, ricontrolla.
kijk nog eens.

ricontrolla, va'.
controleer hem opnieuw.

ricontrolla chiave
sleutel opnieuw controleren

allora ricontrolla.
dan kijk nog eens.

ricontrolla. - tutto.
dubbel controleren, alles.

ricontrolla gli ordini...
dus controleer je orders...

ricontrolla. deve esserci.
controleer nogmaals, het moet.

ricontrolla l'identificativo.
controleer het framenummer nog een keer.

- ricontrolla, per favore.
double-check, bedankt.

ricontrolla i casi irrisolti.
spit door de onopgeloste zaken.

ricontrolla, reintervista, riesamina.
heronderzoek, herondervraag, opnieuw natrekken.

- non può essere. ricontrolla.
dat kan niet, kijk nog eens goed.

- ricontrolla, ok? per favore.
wil je 't signaal alsjeblieft nog eens checken?

ricontrolla la prossima settimana.
vraag het volgende week nogmaals.

ricontrolla, figlio di puttana!
dubbelcheck de kaart, stelletje lamlullen.

ricontrolla i parametri del certificato
certificaatparameters controleren

adesso ricontrolla questi calcoli.
nou, controleer die cijfers voor me.

dev'esserci un errore. ricontrolla.
dat moet een fout zijn.