Usted buscó: seronegatief (Neerlandés - Alemán)

seronegatief
seronegativ

seronegatief (n=101)
seronegativ (n = 101)

artritis; reumatoïd, seronegatief
seronegative chronische polyarthritis

juveniele polyartritis (seronegatief)
juvenile chronische arthritis (seronegativ), polyartikulaer beginnende form

seronegatief bij de uitgangswaarde n=45
seronegative vor impfung

2alle personen seronegatief vóór vaccinatie
3serokonversionsfaktor: verhältnis der geometrischen mitteltiter (gmt) nach und vor der impfung.

4alle proefpersonen seronegatief vóór vaccinatie.
4alle probanden waren vor der impfung seronegativ;

aantal personen seronegatief voor vaccinatie n=3
probanden, die vor der impfung seronegativ waren

aantal personen seronegatief voor vaccinatie [95 % bi]
proban- den, die vor der impfung seronega- tiv waren [95% ki]

hpv-16 en hpv-18 seronegatief waren, en een normale cytologie hadden
68 waren, seronegativ für hpv-16 und hpv-18 waren und eine normale zytologie hatten.

de serologische responscijfers waren iets hoger bij proefpersonen die seronegatief waren bij aanvang van de studie.
die sero- responseraten waren bei den probanden, die zu studienbeginn seronegativ waren, etwas höher.

deze vaccinatie slechts heeft plaatsgevonden bij beren die voordien seronegatief ten opzichte van het virus van de ziekte van aujeszky waren, en
ausschließlich eber geimpft wurden, die in bezugauf den virus der aujeszky-krankheit seronegativ waren;

- deze vaccinatie slechts heeft plaatsgevonden bij beren die voordien seronegatief ten opzichte van het virus van de ziekte van aujeszky waren, en
- ausschließlich eber geimpft wurden, die in bezug auf den virus der aujeszky-krankheit seronegativ waren;

als wel seroconversie wordt geconstateerd, moeten alle dieren die seronegatief blijven, in quarantaine worden gehouden totdat in de groep gedurende drie weken geen seroconversie meer is geconstateerd.
kommt es zur serokonversion, so sind alle weiterhin seronegativ reagierenden tiere über längere zeit in quarantäne zu halten, d.h. bis in der gruppe drei wochen lang keine serokonversion auftritt.

transplantaatontvangers die ebv-seronegatief zijn of van wie de serostatus onbekend is, mogen belatacept niet toegediend krijgen (zie rubriek 4.3).
transplantatempfänger, die ebv-seronegativ sind oder deren serostatus unbekannt ist, sollten belatacept nicht erhalten (siehe abschnitt 4.3).

als wel seroconversie wordt geconstateerd, moeten alle dieren die seronegatief blijven, in quarantaine worden gehouden totdat in de groep gedurende drie weken vanaf de datum waarop die seroconversie is opgetreden, geen verdere seroconversie meer is geconstateerd.
kommt es zur serokonversion, so sind alle weiterhin seronegativen tiere über längere zeit in quarantäne zu halten, d. h. bis in der gruppe nach dem datum der serokonversion drei wochen lang keine serokonversion auftritt;

dieren (zowel seronegatief als seropositief) mogen alleen in het spermacentrum worden binnengebracht als geen seroconversie wordt geconstateerd bij de dieren die seronegatief zijn bevonden voor de datum waarop zij in de quarantainevoorzieningen werden binnengebracht.
ein (seronegatives oder seropositives) tier darf nur dann in die besamungsstation eingestallt werden, wenn es bei den tieren, die vor dem tag der einstallung in die quarantäneeinrichtung serologisch negativ reagiert haben, nicht zur serokonversion kommt;

alleen wanneer geen seroconversie wordt geconstateerd bij de dieren die seronegatief zijn bevonden voordat zij in het centrum werden binnengebracht, mogen alle dieren (zowel seronegatief als seropositief) worden binnengebracht in de voorzieningen voor het verkrijgen van sperma.
(seronegative oder seropositive) tiere können nur in die besamungsstation aufgenommen werden, wenn es bei den tieren, die vor aufnahme in die quarantänestation serologisch negativ reagiert haben, nicht zur serokonversion kommt;

2 percentage van gevaccineerden die, indien initieel seronegatief, een antilichaamtiter bereiken ≥ 32 1/dil na vaccinatie of, indien initieel seropositief, een antilichaamtiter bereiken ≥ 4 maal de prevaccinatie antilichaamtiter
2anteil geimpfter personen, die anfangs seronegativ waren und nach der impfung einen antikörpertiter von ≥1:32 erreichten, oder anfangs seropositiv waren und nach der impfung einen mindestens 4-fach höheren antikörpertiter im vergleich zum antikörpertiter vor der impfung erreichten.