Vous avez cherché: reteplase (Anglais - Néerlandais)

10 u reteplase
10 u reteplase

adverse reactions seen with reteplase
bijwerkinging gezien bij reteplase

it contains the active substance reteplase.
het bevat de werkzame stof reteplase.

rapilysin contains the active substance reteplase.
rapilysin bevat het werkzame bestanddeel reteplase.

the reconstituted solution contains 1 u reteplase per ml.
de gereconstitueerde oplossing bevat 1 u reteplase per ml.

antibody formation to the reteplase molecule has not been seen.
vorming van antilichamen tegen het reteplase molecuul is niet waargenomen.

1 vial contains 10 u* reteplase ** in 0.56 g powder
eén flacon bevat 10 u* reteplase ** in 0,56 g poeder

it is not known whether reteplase is excreted into breast milk.
het is onbekend of reteplase wordt uitgescheiden in de moedermelk.

the most common complication encountered during reteplase therapy is bleeding.
de meest voorkomende complicatie tijdens behandeling met reteplase is een bloeding.

reteplase is supplied as a freeze-dried substance in vials.
reteplase wordt geleverd als gevriesdroogde substantie in flacons.

the most frequent adverse drug reaction associated with reteplase treatment is haemorrhage.
de meest voorkomende bijwerking die voor kan komen tijdens de behandeling met reteplase is een bloeding.

each patient being considered for therapy with reteplase should be carefully evaluated.
iedere patiënt, waarbij een behandeling met reteplase wordt overwogen, dient zorgvuldig geëvalueerd te worden.

mild impairment of renal function did not significantly affect the pharmacokinetic properties of reteplase.
lichte nierfunctiestoornissen hadden geen significant effect op de farmacokinetiek van reteplase.

rapilysin contains the active substance reteplase(a recombinant plasminogen activator).
rapilysin bevat de werkzame stof reteplase (een recombinant plasminogeenactivator).

treatment with reteplase should be initiated as soon as possible after the onset of ami symptoms.
behandeling met reteplase dient zo snel mogelijk na het optreden van de symptomen van het ami te worden begonnen.

as fibrin is lysed during reteplase therapy, bleeding from recent puncture sites may occur.
daar tijdens behandeling met reteplase lysis van de fibrine optreedt, kunnen bloedingen optreden bij recente punctieplaatsen.

systolic blood pressure over 160 mmhg before thrombolysis with reteplase was associated with greater risk for cerebral bleeding.
een systolische bloeddruk > 160 mm hg bij starten van de behandeling met reteplase ging samen met een verhoogd risico op cerebrale bloedingen.

the most commonly reported adverse drug reaction associated with reteplase treatment is haemorrhage, predominantly at the injection site.
de meest vaak gemelde bijwerkingen die samenhangen met reteplase behandeling zijn bloedingen, voornamelijk op de plaats van injectie.

overall stroke rates were 1.64 % in the reteplase and 1.79 % in the alteplase group.
over het geheel genomen was de incidentie van beroertes in de reteplasegroep 1,64 % en in de alteplasegroep 1,79 %.

because thrombolytic therapy increases the risk of bleeding, reteplase is contra-indicated in the following situations:
reteplase is daarom gecontra-indiceerd in de volgende situaties: