Vous avez cherché: allophone (Français - Néerlandais)

allophone
allofoon

2° étudiant allophone :
2° anderstalige student :

primo-arrivant allophone :
anderstalige nieuwkomer :

1° chargé de cours allophone :
1° anderstalige docent :

7° nouvel arrivant allophone mineur :
7° minderjarige anderstalige nieuwkomer :

5 périodes pour le septième au dixième primo-arrivant allophone;
5 lestijd voor de zevende tot de tiende anderstalige nieuwkomer;

1 période pour le onzième et pour chaque primo-arrivant allophone suivant.
1 lestijd voor de elfde en voor elke volgende anderstalige nieuwkomer.

3° les autorités scolaires élaborent un plan de travail pour chaque primo-arrivant allophone;
3° het schoolbestuur organiseert voor elke anderstalige nieuwkomer een werkplan;

la commune informe le bureau d'accueil de l'inscription du nouvel arrivant mineur allophone.
de gemeente brengt het onthaalbureau op de hoogte van de inschrijving van de minderjarige anderstalige nieuwkomer.

l'élève d'une année d'accueil est dénommé primo-arrivant allophone. »
een leerling van een onthaaljaar wordt een anderstalige nieuwkomer genoemd. »

1° le nombre d'étudiants allophones et le nombre d'étudiants néerlandophones dans la formation allophone;
1° het aantal anderstalige studenten en het aantal nederlandstalige studenten in de anderstalige opleiding;

1° pour l'admission d'un primo-arrivant allophone dans l'enseignement fondamental ordinaire;
1° voor de toelating van een anderstalige nieuwkomer in het gewoon basisonderwijs;

1° le nombre d'étudiants allophones et le nombre d'étudiants néerlandophones dans les formations;
1° het aantal anderstalige studenten en het aantal nederlandstalige studenten in de opleidingen;