Vous avez cherché: connaissez vous (Français - Néerlandais)

connaissez-vous
bent u bekend met

-- connaissez-vous athos?
--„kent gij athos?”

connaissez-vous le code qr?
de qr-code wat is dit voor plaatje?

connaissez-vous plum-creek ?
kent gij plum-creek?"

connaissez-vous bien la région ?
bent u in de omgeving bekend?

-- et comment la connaissez-vous?
--„en hoe kent gij haar?”

connaissez-vous mon frère masao ?
kennen jullie mijn broer masao?

connaissez-vous la "maison jaune"?
weet je wat het “gele huis” is?

connaissez-vous vraiment votre client?
word ik moreel en praktisch gesteund door mijn familie en vrienden?

-- le connaissez-vous donc?» demanda felton.
--„kent gij hem dan?” vroeg felton.

connaissez-vous la capitale de la belgique ?
kennen jullie de hoofdstad van belgië?

connaissez-vous m. de tréville, leur capitaine?
kent gij den heer de tréville, hun kapitein?”

-- le connaissez-vous personnellement? demanda le gouverneur.
--„kent gij hem persoonlijk?” vroeg de gouverneur.

peut-être connaissez-vous un agent d'assurances?
kent u iemand die in verzekeringen doet?

• connaissez-vous les conditions météorologiques de la région?
• kent u de weersomstandigheden in de regio?

-- connaissez-vous cette bague? demanda d'artagnan.
--„kent gij dien ring?” vroeg d’artagnan.

connaissez-vous de bonnes méthodes d'analyse des interdépendances?
kent u geschikte methoden om interdependenties te analyseren?

quels types de montage de ppp purement contractuels connaissez-vous?
welke soorten strikt contractuele pps-constructies kent u?

connaissez-vous les besoins de votre marché potentiel d'exportation?
kent u de behoefte van uw potentiële exportmarkt?

• connaissez-vous l'organisation de la sécurité dans les autres entre­prises?
• kent u de organisatie van de veiligheid in de andere bedrijven?