Vous avez cherché: habitation individuelle (Français - Néerlandais)

habitation
woning

formation pour certificat peb habitation individuelle
opleiding voor epb-certificaat van wooneenheden

habitation ordinaire
doorsneewoning

assurance‑habitation
opstal-/inboedelverzekering

locaux d'habitation:
ruimten voor accommodatie:

le demandeur ou les demandeurs sont autorisés à équiper l'habitation ou les habitations d'un système d'épuration individuelle;
de aanvrager(s) ertoe gemachtigd is/zijn de woning(en) met een individueel zuiveringssysteem uit te rusten;

1° à la transformation, l'aménagement, la réparation, l'entretien ou le nettoyage d'une habitation individuelle existante;
1° het verbouwen, het inrichten, het herstellen, het onderhouden of het reinigen van een bestaande individuele woongelegenheid;

il approuve que, compte tenu du seuil de 1.000 m2, cette obligation ne s’applique pas aux bâtiments d’habitation individuelle.
het comité is het ermee eens dat bij een drempelwaarde van 1.000 m2 deze verplichting niet geldt voor eengezinswoningen.

je fais placer un système d'épuration individuelle agréé pour épurer les eaux de mon habitation.
ik laat een erkend individueel zuiveringssysteem installeren om het water van mijn woning te zuiveren.

epuration individuelle - dimensionnement de l' »pandage pour une habitation de maximum 5 eh
individuele zuivering - dimensionering van de verspreiding voor een woning van maximum 5 i.e.

000 f, à majorer de 1.000 f par pièce d'habitation à usage individuel, en cas de logement collectif.
5 000 bef, te verhogen met 1 000 bef per woonvertrek voor eigen gebruik, in geval van gemeenschappelijke woning.

un bâtiment d'habitation est tout bâtiment ou partie d'un bâtiment destiné principalement au logement individuel ou collectif avec occupation permanente.
een woongebouw is elk gebouw of gedeelte van een gebouw dat hoofdzakelijk bestemd is voor individuele of collectieve huisvesting met permanente bezetting.

logement dont les pièces d'habitation et les locaux sanitaires sont réservés à l'usage individuel d'un seul ménage.
woning waarvan de woonkamers en de sanitaire lokalen bestemd zijn voor het individuele gebruik van één enkel gezin.

8) habitation individuelle : bâtiment résidentiel comprenant une seule unité d'habitation et dont toutes les pièces et espaces intérieurs sont réservés à l'usage individuel d'un seul ménage;
8) individuele woning : woongebouw dat een enkele wooneenheid omvat en waarvan alle kamers en binnenruimten gereserveerd zijn voor het individuele gebruik door een enkel huishouden;

la maison individuelle ou l'appartement aménagé pour l'habitation d'un ménage, y compris le jardin et les dépendances;
het individuele huis of het appartement dat is ingericht voor de bewoning door een gezin, met inbegrip van de tuin en de aanhorigheden;

pour l'application de cette condition, on entend par « habitation » aussi bien une habitation individuelle qu'un immeuble pour habitation collective telle qu'un immeuble à appartements ou une maison de repos;
voor de toepassing van deze voorwaarde verstaat men onder « woning » zowel een eengezinswoning als een gebouw voor collectieve bewoning zoals een flatgebouw of een rusthuis;

2° consommateur : toute personne physique, qui, à des fins exclusivement non professionnelles, ou toute personne physique ou morale gérant un immeuble à appartements, qui achète ou utilise du gasoil de chauffage pour chauffer l'habitation individuelle ou familiale;
2° verbruiker : elke natuurlijke persoon die, uitsluitend voor niet beroepsmatige doeleinden, of iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die het beheer uitoefent van een appartementsgebouw, die huisbrandolie verwerven of gebruiken voor de verwarming van individuele of gezinswoningen;

4° logement individuel : le logement dont les pièces d'habitation et les locaux sanitaires sont réservés à l'usage individuel d'un seul ménage;
4° eengezinswoning : woning waarvan de woonvertrekken en de sanitaire ruimten bestemd zijn voor één enkel gezin;