Vous avez cherché: prévenir (Français - Néerlandais)

prévenir
voorkomen

prévenir les abus
voorkoming van ontduiking

prévenir la fraude
voorkomen van douanefraude

prévenir la déforestation.
ontbossing moet worden tegengegaan.

ceci sert à prévenir :
zo voorkomt u:

prÉvenir l'exclusion !
het voorlopige gatt­akkoord draagt pas de handtekening van 4 van de 115 deelnemers!

merci de me prévenir
groeten

prévenir une rechute. tn
dienen, wanneer deze weer bij bewustzijn is. l de

3de prévenir l’exposition
stel een plan op voor de bescherming van de luchtwegen:

devais-je les prévenir ?
moest ik hen waarschuwen?

prévenir les comportements anticoncurrentiels
concurrentieverstorende gedragingen voorkomen

mieux prévenir que guérir.
voorkomen is beter dan genezen.

3 de prévenir l'exposition
3, blootstelling voorkomen

prévenir la coagulation sanguine).
van het bloed te voorkomen)

mieux vaut prévenir que guérir
voorkomen is beter dan genezen

mieux vaut prévenir que guérir.
met andere woorden voorkomen is beter dan genezen.

prévenir la perte d'emploi
een cultuur van levenslang leren ontwikkelen

prévenir les risques d’exclusion,
voorkoming van het risico van uitsluiting;

prévenir l'exposition au mercure;
bescherming tegen de blootstelling aan kwik;

- prévenir les risques d'exclusion,
- voorkomen van sociale uitsluiting;