Vous avez cherché: temps 2 (Français - Néerlandais)

2 temps
2

temps plein sur 2 ans
voltijds over twee jaar

1/2 temps
1/2 tijd

temps restant & #160;: %1, %2
overgebleven tijd: %1, %2

un équivalent mi-temps niveau 2.
een halftijdsequivalent niveau 2.

4 2 temps pleins.
4 2 voltijds.

2 le temps de liaison
2 overbruggingstijd

cycle: quatre temps/deux temps(2)
cyclus: viertakt / tweetakt(2)

temps%1 value, %2 unit symbol (time)
tijd%1 value, %2 unit symbol (time)

b. des sélections en 2 temps
b. selecties in twee keer

2 ingénieurs (à mi-temps);
2 ingenieurs (halftijds);

adaptation tarifaire 2023 en 2 temps
tariefaanpassing 2023 in 2 stappen

temps d’attente : viande et abats : 2 jours
(orgaan)vlees: 2 dagen

2° intervention limitée dans le temps
2° in de tijd beperkte tussenkomst

angleterre (2) - à temps partiel
engeland (2) - deeltijds

1 qualité 2 temps d'utilisation de
1 kwaliteit 2 gebruiksperiode van

(2) durant le temps de travail.
p) tijdens de werktijd.

2) temps de parole: cf. procèsverbal.
2) spreektijd: zie notulen.

fonctionnaires……………….2 grades a à temps partiel
ambtenaren…………………….2 parttimers van cat. a

2 personnes de grade a (temps plein)
2 a’s (fulltime)