Vous avez cherché: bijniersuppressie (Néerlandais - Allemand)

bijniersuppressie
nebennierensuppression

gevallen van syndroom van cushing en bijniersuppressie zijn gemeld.
fälle von cushing-syndrom und adrenaler suppression wurde berichtet.

syndroom van cushing, bijniersuppressie, groeivertraging, afname van de botmineraaldichtheid
cushing-syndrom, nebennierensuppression, wachstumsverzögerung, verringerung der knochendichte

bijniersuppressie, bijnierinsufficiëntie, verworven hypothyreoïdie, verhoogd en verlaagd thyroïdstimulerend hormoon, hirsutisme
cushingoide symptome adrenale suppression, nebenniereninsuffizienz, erworbene hypothyreose, anstieg und abfall von tsh (thyroidea-stimulierendes hormon), hirsutismus

syndroom van cushing, cushingoïde kenmerken, bijniersuppressie, groeivertraging bij kinderen en adolescenten, verminderde botmineraaldichtheid
cushing-syndrom, cushingoide erscheinungen, nebennierensuppression, wachstumsverzögerung bei kindern und jugendlichen, verminderung der knochendichte

er zijn ook zeer zeldzame gevallen van bijniersuppressie en acute bijniercrisis beschreven met doses van fluticasonpropionaat tussen 500 en 1000 microgram.
sehr seltene fälle von nebennierensuppression und akuter nebennierenkrise wurden auch bei dosen von fluticasonpropionat zwischen 500 und weniger als 1.000 mikrogramm beschrieben.

bij chronisch gebruik in hoge doses, kunnen zich systemische glucocorticosteroïde effecten, zoals een verhoogde cortisolspiegel en bijniersuppressie, voordoen.
bei einer chronischen einnahme von übermäßigen dosen können systemische glukokortikosteroid-wirkungen auftreten, wie z.

na lokale toediening op de huid wordt een plaatselijk ontstekingsremmend effect gezien, waarbij bij hogere doseringen tevens een matige en omkeerbare bijniersuppressie wordt waargenomen.
bei topischer anwendung auf der haut kommt es zu einer lokalen entzündungshemmenden wirkung, die bei höherer dosierung von einer moderaten, reversiblen nebennierensuppression begleitet wird.

cushing-achtige verschijnselen, bijniersuppressie, groeivertraging bij kinderen en jongeren tot 18 jaar, afname in botmineraaldichtheid, cataract en glaucoom.
nebennierensuppression, wachstumsverzögerungen bei kindern und jugendlichen, verringerung der knochenmineraldichte, katarakt und glaukom.

het is bekend dat langdurig en intensief gebruik van topicale corticosteroïdale preparaten lokale en systemische effecten met zich mee kan brengen, waaronder bijniersuppressie, een verdunning van de epidermis en een vertraagde genezing.
eine intensive und lang andauernde topische anwendung von kortikosteroidhaltigen präparaten kann sowohl lokale als auch systemische wirkungen – u. a. eine hemmung der nebennierenfunktion, eine verdünnung der epidermis sowie eine verlangsamung des heilungsprozesses – hervorrufen.

gelijktijdig gebruik van geïnhaleerde glucocorticoïden die gemetaboliseerd worden door cyp3a, kan de systemische blootstellingen van de glucocorticoïden vergroten, en er zijn gevallen van cushingsyndroom en daaruit volgende bijniersuppressie gemeld met behandelregimes die ritonavir bevatten.
die gleichzeitige anwendung inhalativer glukokortikoide, die durch cyp3a metabolisiert werden, kann die systemische exposition der glukokortikoide erhöhen und bei behandlungsschemata, die ritonavir beinhalteten, wurden fälle des cushing- syndroms und in der folge eine unterdrückung der nebennierenrindenfunktion gemeldet.

gelijktijdig gebruik van geboost prezista met een lage dosis ritonavir en prednison kan het risico op de ontwikkeling van systemische effecten van corticosteroïden, waaronder het cushing-syndroom en bijniersuppressie, verhogen.
die gleichzeitige anwendung von geboostertem prezista und prednison kann das risiko für die entwicklung von systemischen corticosteroideffekten, einschließlich cushing-syndrom und nebennierensuppression, erhöhen.

gelijktijdig gebruik van prezista, samen met een lage dosis ritonavir en prednison kan het risico op de ontwikkeling van systemische effecten van corticosteroïden, waaronder het cushing-syndroom en bijniersuppressie, verhogen.
die gleichzeitige anwendung von prezista mit niedrig dosiertem ritonavir und prednison kann das risiko für die entwicklung von systemischen corticosteroideffekten, einschließlich cushing-syndrom und nebennierensuppression, erhöhen.

mogelijke systemische effecten zijn onder andere cushing-syndroom, cushingoïde gelaatstrekken, bijniersuppressie, afname van minerale botdichtheid, groeivertraging bij kinderen en adolescenten, cataract en glaucoom en, zeldzamer, een aantal psychische of gedragseffecten, waaronder psychomotorische hyperactiviteit, slaapstoornissen, angst, depressie of agressie (met name bij kinderen).
mögliche systemische wirkungen schließen cushing-syndrom, cushingoide erscheinungen, nebennierenrindensuppression, verminderung der knochenmineraldichte, wachstumsverzögerung be i kindern und jugendlichen, katarakt und glaukom e in und, seltener, eine reihe von wirkungen auf die psyche oder das verhalten, einschließlich psychomotorischer hyperaktivität, schlafstörungen, angst, depression oder aggression (insbesondere bei kindern).