Vous avez cherché: leraar (Néerlandais - Coréen)

leraar
교사

leraar.
선생이라...

leraar nu.
학생들을 가르치고 있어.

- de leraar.
- 선생님이요

door de leraar.
선생님한테...

m'n leraar.
"난 자기 여동생이고 난 자기 딸이야"

sean fentress leraar
숀 펜트리스 / 교사

deze leraar is goed.
선생님이 아주 훌륭하시구나

geef deze aan de leraar.
그거 선생한테 갖다 드려

de leraar let meer op jou.
선생님은 널 예뻐하시잖아

en de leraar is... - genoeg.
경사님이 정신감정 통과하신거 정말 잘됐네요

hij is een rockster, geen leraar.
에번스는 학생들에겐 신경 안 써 선생이 아니라 락 스타야

- we hadden een goede leraar.
뭐 우리 선생님이 최고니깐요.

de leerling is de leraar geworden.
감사합니다

je bent leraar, dus dat begrijp je.
선생이니까 뭔소린지 알거야

-dan beantwoord ik ze, ik ben leraar.
대답해주죠 난 수학 교사니까요

heeft de leraar je dat ook geleerd ?
선생님이 그런것도 가르쳐 주시니?

de leraar zegt dat we allen gelijk zijn.
선생님이 그러시는데 우리는 모두 동일하대

meisje eerst, dan haar leraar en dan mij.
먼저 여자애 그리고 선생님, 그 다음 나

ik had vroeger net zo'n leraar als jij.
예전에 너랑 똑같은 교사를 만난 적이 있어