Vous avez cherché: kleinood (Néerlandais - Français)

"deze?" vroeg koenraad, terwijl hij op het prachtig kleinood in de glazenkast wees.
-- celle-ci, dit conseil, en montrant le magnifique bijou enfermé sous sa vitrine.

met name nederland heeft kennelijk nogal wat dwars gelegen tegen dit kaderbesluit, omdat het het als een kleinood van de nationale soevereiniteit beschouwt om de coffeeshops te beschermen.
c’ est surtout les pays-bas qui, à l’ évidence, ont entravé cette décision-cadre. ils considèrent en effet la protection de leurs comme un joyau de la couronne de leur souveraineté nationale.

laten wij deze historisch unieke samenwerking van de volkeren in de europese unie als een kostbaar kleinood bewaren en beschermen en laten wij de waarschuwing niet vergeten die françois mitterrand ons hier enkele weken geleden heeft toegeroepen: nationalisme is oorlog!
et avec elles disparut dans les flammes une ville qui était un chef d'oeuvre architectural, un héritage de la culture européenne d'une valeur inestimable et irremplaçable.

--„ga naar uw kamer,” zeide zij tot juffrouw bonacieux. „gij hebt zeker wel eenige kleinooden, die gij wilt medenemen.”
«montez dans votre chambre, dit-elle à mme bonacieux, vous avez bien quelques bijoux que vous désirez emporter.