Hai cercato la traduzione di la fattura in oggetto risulta i... da Italiano a Olandese

- la fattura,
- de factuur,

ecco la fattura.
hier is de rekening.

ricevera' la fattura in mattinata.
u krijgt de factuur in de ochtend.

- ha la fattura?
heb je de rekening?

annulla la fattura!
maak het ongedaan.

- mandami la fattura.
met jou?

devo firmare la fattura?
moet ik ergens m'n handtekening zetten ?

- ci mandi la fattura.
- stuur ons een rekening. hé.

- hai ricevuto la fattura?
heb je het bewijs gekregen?

forse mi mandera' la fattura in qualche modo.
je factureert waarschijnlijk op een of andere manier.

- dovrei avere la fattura.
- ik heb ergens 'n factuur.

hai almeno controllato la fattura?
heb je de bestelling wel eens bekeken?

- la signora contesta la fattura.
- dit is niet de afgesproken prijs. geef eens.

- gia', vi manderemo la fattura.
ja, we sturen die op.

- la fattura e' di tre anni fa.
- de factuur is van drie jaar geleden.

beh, non svenire quando riceverai la fattura.
val dan maar niet flauw als je de rekening krijgt.

- soprattutto quando avrai visto la fattura.
vooral niet als je de rekening ziet.

la fattura dell'ospedale e' molto alta.
de ziekenhuisrekening is zeer hoog.

- voglio che paghi la fattura dell'ospedale.
ik wil dat je zijn ziekenhuis rekening betaalt.

- un numero sequenziale, con una o più serie, che identifichi la fattura in modo unico,
- een opeenvolgend nummer, met één of meer reeksen, waardoor de factuur eenduidig wordt geïdentificeerd;