Hai cercato la traduzione di biogeochemische da Olandese a Italiano

biogeochemische cyclus
ciclo biogeochimico

biogeochemische cycli en dynamica van ecosystemen
cicli biogeochimici e dinamica degli ecosistemi

bekende of voorspelde betrokkenheid bij biogeochemische processen;
coinvolgimento noto o previsto in processi biochimici.

— bekende of voorspelde betrokkenheid bij biogeochemische processen,
— coinvolgimento noto o prevedibile in processi biogeochimici,

ecologie van de ecosystemen en biogeochemische cyclussen 42. ontginning van braakliggende gronden
ecologia degli ecosistemi e cicli biogeochimici 42.

b. globale veranderingen in chemische processen in de atmosfeer en in biogeochemische cycli en de gevolgen daarvan voor het milieu 4. ozon in de stratosfeer 5.
effetti delle trasformazioni climatiche b. trasformazioni globali della chimica atmosferica e cicli biogeochimici ed i loro effetti sulle condizioni di vita 4.

om hun invloed op de fundamentele processen van het milieu te kunnen beoordelen, is onderzoek uitgevoerd naar de algemene biogeochemische kringlopen, met name die van stikstof, zwavel en fosfor.
per studiarne gli effetti sui processi fondamentali dell'ambiente, sono state effettuate ricerche sui cicli biogeochimici globali, in particolare il ciclo dell'azoto, dello zolfo e del fosforo.

„koolstofreservoir” het geheel of deel van een biogeochemische voorziening of systeem binnen het grondgebied van een lidstaat waarbinnen koolstof, elke koolstofhoudende precursor van een broeikasgas of elk koolstofhoudend broeikasgas wordt opgeslagen;
«comparto di carbonio» la totalità o una parte di un'entità o di un sistema biogeochimici presenti sul territorio di uno stato membro nell'ambito dei quali è immagazzinato carbonio, un precursore di un gas a effetto serra contenente carbonio o un qualsiasi gas a effetto serra contenente carbonio;

1) ; zij nemen deel aan cyclussen die parallel lopen aan de natuurlijke biogeochemische cyclussen, zoals de cyclus van het ecosysteem dat gevormd wordt door het bos (fig. 2).
1) ; parte cipano, con cicli paralleli, a quelli che sono i cicli biogeochimici naturali, quale ad esempio il ciclo dell'ecosistema forestale (fig. 2).