Hai cercato la traduzione di dienstprestaties da Olandese a Tedesco

dit had het geval kunnen zijn als de algemene regel voor de lokalisatie van dienstprestaties een heel brede toepassing kende.
die europäische dynamik muß fortgesetzt werden, muß mit der billigung des aktionsprogramms, das die europäische kommission uns vorlegt, durchgesetzt werden.

het bureau houdt een aparte boekhouding bij van de inkomsten die uit hoofde van dienstprestaties onder bezwarende titel zijn verkregen.
einnahmen aus gegen entgelt erbrachten leistungen werden vom amt getrennt verbucht.

- de kosten van de dienstprestaties die door de tolken van het parlement ten behoeve van de commissie worden verricht;
- dienstleistungen der dolmetscher (beamte oder bedienstete auf zeit) des europäischen parlaments für die kommission,

— de kosten van de dienstprestaties die door de tolken van het europees parlement ten behoeve van de commissie worden verricht;
dienstleistungen der dolmetscher (beamte oder bedienstete auf zeit) des europäischen parlaments für die kommission;

deze problemen verdragen geen uitstel en dat is ons motief om wat mij betreft hier voor de derde keer te pleiten voor een uitbreiding van bijlage h met arbeidsintensieve dienstprestaties.
wir müssen also, darin stimmten wir dort wie hier überein, in all unseren politiken und in all unseren programmen, insbesondere in den entwicklungsprogrammen, einen geschlechtsspezifischen ansatz verankern, um sicherzustellen, daß die frauen im gleichen maße wie die männer von den verfügbaren mitteln profitieren.

deze nationale segmentering van de auteurs-en gebruiksrechten kan met het doel van totstandbrenging van het vrije verkeer van dienstprestaties over de binnengrenzen van de eeg in conflict geraken.
diese nationale segmentierung der urheber­ und nutzungsrechte kann mit dem ziel der ermöglichung eines freien dienst leistungsverkehrs über die eg­binnengrenzen in konflikt geraten.

wat betreft de dienstprestaties die het bureau onder bezwarende titel verricht, stelt de raad van bestuur de begrotingsautoriteit op het einde van ieder begrotingsjaar in kennis van de uitsplitsing van de bedragen die daarvoor zijn ontvangen en in het begrotingsonderdeel van de bijlage zijn opgevoerd.
bezüglich der vom amt gegen entgelt erbrachten zusätzlichen leistungen unterrichtet der leitungsausschuss die haushaltsbehörde am ende des haushaltsjahres über die aufschlüsselung der auf diese weise eingenommenen und in der haushaltslinie des anhangs ausgewiesenen mittel.

4. de boekhouding wordt gevoerd volgens de voorschriften en de boekhoudmethoden die door de rekenplichtige van de commissie zijn vastgesteld. het bureau houdt een aparte boekhouding bij van de inkomsten die uit hoofde van dienstprestaties onder bezwarende titel zijn verkregen.
(4) die rechnungsführung des amtes basiert auf den einschlägigen vorschriften und methoden, die vom rechnungsführer der kommission aufgestellt werden. einnahmen aus gegen entgelt erbrachten leistungen werden vom amt getrennt verbucht.

niet-kernactiviteiten zijn openbare dienstprestaties die niet noodzakelijk op het niveau van de eu behoeven te worden verricht, maar die, indien zulks wel het geval is, door de commissie moeten worden uitgevoerd.
es handelt sich dabei um tätigkeiten, die nicht notwendigerweise auf eu-ebene durchgeführt werden müssen; ist dies allerdings der fall, so müssen sie von der kommission durchgeführt werden.

het hof stelt om te beginnen vast dat de uitdrukking „openbare postdiensten” doelt op de exploitanten die de dienstprestaties verrichten, en niet op de diensten zelf, onafhankelijk van de hoedanigheid van leverancier ervan.
der gerichtshof stellt zunächst fest, dass der begriff „öffentliche posteinrichtungen“ die einrichtungen bezeichnet, die die dienstleistungen erbringen, und nicht die dienstleistungen selbst, unabhängig von der eigenschaft ihres anbieters.

120 -algemene context na de aanneming van haar mededeling betreffende de modernisering en vereenvoudiging van het acquis communautaire[1] heeft de commissie het analytisch onderzoek van het acquis geïntensiveerd om na te gaan of er wetgevingsbesluiten achterhaald waren en bijgevolg konden worden ingetrokken in het belang van de vereenvoudiging. een van de besluiten die in dit verband werden onderzocht, was richtlijn 71/304/eeg van de raad van 26 juli 1971 betreffende de opheffing van de beperkingen van het vrij verrichten van diensten op het gebied van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken en van de gunning van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken door bemiddeling van agentschappen of filialen[2]. richtlijn 71/304/eeg, die uitsluitend van toepassing is op de uitvoering van werken[3], verplicht de lidstaten er in de eerste plaats toe de beperkingen op te heffen "… ten aanzien van de toegang tot, de gunning van, de uitvoering van of de deelneming aan de uitvoering van opdrachten voor de uitvoering van werken voor rekening van de staat, de territoriale lichamen en de publiekrechtelijke rechtspersonen". de opheffing van deze beperkingen komt ten goede aan economische subjecten die rechtstreeks of door bemiddeling van agentschappen of filialen als dienstverrichter optreden. in de richtlijn wordt een aantal op te heffen beperkingen opgesomd, zoals de bepalingen die de entiteiten die een opdracht voor de uitvoering van werken of een concessieovereenkomst voor het verrichten van dienstprestaties of de uitvoering van werken gunnen, ertoe verplichten bij de keuze van hun subcontractanten een discriminerende behandeling toe te passen[4], of het voorbeeld van de technische specificaties die een discriminerende werking hebben. de richtlijn legt de lidstaten tevens de verplichting op erop toe te zien dat buitenlandse ondernemers dezelfde toegang hebben tot kredieten, steunmaatregelen en subsidies als binnenlandse en dat buitenlandse ondernemers "onbeperkt en in ieder geval onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen over de voorzieningsmogelijkheden beschikken, waarop de staat controle kan uitoefenen en waarover zij moeten beschikken om hun opdracht te kunnen uitvoeren"[5]. deze richtlijn bestaat derhalve uit twee delen. het eerste deel slaat op de procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten, die thans wordt geregeld bij de richtlijnen 2004/18/eg en 2004/17/eg[6]. het tweede deel betreft de niet-discriminerende toegang tot werken in het algemeen en heeft rechtstreeks betrekking op de toepassing van de artikelen 43 en 49 van het eg-verdrag vóór of na van het doorlopen van de aanbestedingsprocedure. het eerste deel is achterhaald door de na de vaststelling van deze richtlijn van 1971 uitgevaardigde wetgevingsbesluiten betreffende overheidsopdrachten, waarvan de laatste de richtlijnen 2004/17/eg en 2004/18/eg zijn. wat het tweede deel betreft, zij erop gewezen dat de jurisprudentie van het hof van justitie inzake het vrij verrichten van diensten sterk is geëvolueerd sinds richtlijn 71/304/eeg in werking is getreden[7]. zo is duidelijk gemaakt dat artikel 49 van het eg-verdrag alle zonder onderscheid geldende maatregelen verbiedt die de uitoefening van de vrijheid van dienstverrichting kunnen belemmeren[8]. artikel 49 van het eg-verdrag heeft bijgevolg voortaan een ruimere werkingssfeer dan artikel 3 van richtlijn 71/304/eeg. er mag dus worden geconcludeerd dat richtlijn 71/304/eeg haar bestaansreden heeft verloren en derhalve mag worden ingetrokken zonder dat daardoor afbreuk wordt gedaan aan de rechten van de economische subjecten. -
120 -allgemeiner kontext nach der verabschiedung ihrer mitteilung über die aktualisierung und vereinfachung des acquis communautaire[1] überprüft die kommission verstärkt den bestand des gemeinschaftsrechts, um rechtsakte zu ermitteln, die überholt sind und daher im interesse der vereinfachung aufgehoben werden können. einer der in diesem zusammenhang überprüften rechtsakte ist die richtlinie 71/304/ewg des rates vom 26. juli 1971 zur aufhebung der beschränkungen des freien dienstleistungsverkehrs auf dem gebiet der öffentlichen bauaufträge und bei öffentlichen bauaufträgen, die an die auftragnehmer über ihre agenturen oder zweigniederlassungen vergeben werden[2]. die richtlinie 71/304/ewg gilt ausschließlich für das bauwesen[3] und verpflichtet die mitgliedstaaten zur aufhebung der „beschränkungen des zugangs zu bauaufträgen sowie bei der vergabe, ausführung oder mitwirkung bei der ausführung von bauaufträgen, die für rechnung des staates, der gebietskörperschaften oder juristischer personen des öffentlichen rechts auszuführen sind“. diese aufhebung der beschränkungen erfolgt zugunsten von wirtschaftsteilnehmern die sich – entweder direkt oder über agenturen oder zweigniederlassungen – als dienstleistungserbringer betätigen. in der richtlinie werden eine reihe beschränkungen genannt, die aufzuheben sind, darunter solche klauseln, welche die vergabestellen von bauaufträgen oder öffentlichen dienstleistungs-oder baukonzessionen verpflichten, bei der auswahl ihrer auftragnehmer zu diskriminieren[4], oder beispielsweise technische spezifikationen, die diskriminierende auswirkungen haben. ferner werden die mitgliedstaaten verpflichtet, dafür zu sorgen, dass ausländische unternehmer den gleichen zugang zu krediten, zuschüssen und beihilfen wie inländische unternehmen erhalten und dass die ausländischen unternehmen „ohne einschränkung und auf jeden fall unter den gleichen bedingungen wie inländer zugang zu den versorgungsquellen erhalten, die der staat kontrollieren kann und die erforderlich sind, damit sie ihren bauauftrag ausführen können“[5]. diese richtlinie hat demnach zwei anwendungsbereiche: der eine betrifft die verfahren der öffentlichen auftragsvergabe, die gegenwärtig durch die richtlinien 2004/18/eg und 2004/17/eg[6] geregelt sind, und der andere in direktem bezug auf die anwendung der artikel 43 und 49 eg-vertrag den diskriminierungsfreien zugang zu den aufträgen im allgemeinen, und zwar im vorfeld des ausschreibungsverfahrens und im anschluss daran. der erste bereich ist von den rechtsvorschriften, die zeitlich nach dieser richtlinie im bereich des öffentlichen beschaffungswesens erlassen worden sind, vor allen den richtlinien 2004/17/eg und 2004/18/eg, überholt worden. zum zweiten bereich ist anzumerken, dass sich die rechtsprechung des europäischen gerichtshofs auf dem gebiet des freien dienstleistungsverkehrs seit dem inkrafttreten der richtlinie 71/304/ewg erheblich weiterentwickelt hat[7]. auf diese weise wurde klargestellt, dass durch artikel 49 eg-vertrag unterschiedslos geltende maßnahmen, die geeignet sind, die ausübung der dienstleistungsfreiheit zu behindern, untersagt sind[8]. dadurch hat artikel 49 eg-vertrag einen größeren anwendungsbereich erlangt, als artikel 3 der richtlinie 71/304/ewg. daraus ist zu schließen, dass die richtlinie 71/304/ewg ihre daseinsberechtigung verloren hat und daher aufgehoben werden kann, ohne dass dadurch die rechte der wirtschaftsteilnehmer beeinträchtigt würden. -