検索ワード: zijt (オランダ語 - フランス語)

waar zijt gij?
où êtes-vous?

"zijt gij ziek?"
--es-tu malade?

zijt ge alleen?
es-tu seul ?

o! gij zijt bang!
ah! vous avez peur!

ge zijt mijn zonnetje.
tu es mon rayon de soleil.

gij zijt een franschman?"
vous êtes un français, vous ?

-- -- -- "zijt gij gereed?"
............................. «es-tu prêt?»

"zijt gij dan zóo rijk?"
-- vous êtes donc riche ?

--„ondankbare, die gij zijt!”
-- ingrat que vous êtes!

waarlijk, gij zijt zondaren.
mais vous n'êtes que des gens transgresseurs».

zijt gij alleen, athos?”
Êtes- vous seul, athos?

"zijt gij daarvan verzekerd?"
--en êtes-vous certain?

"axel! axel!, zijt gij het?"
«axel, axel! est-ce toi?»

mijn hond, gij zijt heel trouw.
mon chien, tu es très fidèle.

"gij zijt toch niet gekwetst?..."
-- vous n’êtes pas blessé?...

"en gij zijt met u vieren?"
-- et vous êtes quatre ?

"zijt gij verdwaald?" vroeg hij.
«vous vous êtes égaré? demanda-t-il.

"hoe, zijt gij het?" vroeg ik.
« toi ! dis-je, toi !

"dus zijt gij in indië bekend?"
-- alors vous connaissez l'inde ?

"gij zijt de kapitein?" vroeg fogg.
« le capitaine ? demanda mr. fogg.