검색어: landbouwinkomen (네덜란드어 - 독일어)

landbouwinkomen
landwirtschaftliches einkommen

landbouwinkomen 1988
landwirtschaftliche einkommen 1988

het landbouwinkomen ligt
vorschlag der kommission an den rat (kom (91) 75 endg. ­ dok.

betreft: landbouwinkomen
betrifft: landwirtschaftliche einkommen

verschil in landbouwinkomen
landwirtschaftliches einkommensgefälle

wat is het landbouwinkomen ?
was ist unter landwirtschaftlichem einkommen zu verstehen?

verbetering van het landbouwinkomen;
verbesserung der agrareinkommen;

landbouwinkomen licht gestegen in 2000
leichter anstieg des landwirtschaftlichen einkommens im jahr 2000

(*) 75 % van het gemiddelde landbouwinkomen in
(*) 75 % des durchschnittlichen landwirtschaftli chen einkommens der region

v. ontwikkeling van het landbouwinkomen in 1985
v. die entwicklung der landwirtschaftlichen einkommen im jahr 1985

indicatoren voor de ontwikkeling van het landbouwinkomen
die indikatoren, von denen sich die entwicklung der landwirtschaftlichen einkommen ablesen läßt

allereerst iets over het begrip landbouwinkomen zelf.
dies ist die zentrale forderung der gesamten agraropposition in europa.

beperking van de schommelingen in het landbouwinkomen;
verringerung von schwankungen im einkommen der landwirte,

netto-landbouwinkomen (tegen prijzen 1974)
Änderung gegenüber dem vorjahr in %

(1) landbouwinkomen = netto bedrijfstoegevoegde waarde.
(1) landwirtschaftliches einkommen = netto­wertschöpfung des.

betreft : daling van het landbouwinkomen in de gemeenschap
betrifft: un-bericht über krebs.

bijdragen tot het landbouwinkomen en de variabiliteit ervan beperken
beitrag zu den landwirtschaftlichen einkommen und begrenzung von einkommensschwankungen

— de overwegingen met betrekking tot de handhaving van het landbouwinkomen
schließlich gilt zu bedenken, daß kein land ohne agrarpolitik auskommen kann und daß die von den wichtigsten konkurrenten der gemeinschaft verfolgte agrarpolitik kaum weniger kostpielig ist.

(1) landbouwinkomen = netto bedrijfstoegevoegde waarde per arbeidsjaareenheid.
(1) landwirtschaftliches "einkommen = netto­wertschöpfung des betriebs je jahresarbeitseinheit

100 % van het gemiddelde* landbouwinkomen in vatbaar") de regio
100 % des durchschnittlichen landwirtschaftlichen einkommens der region