검색어: snippen (네덜란드어 - 독일어)

snippen
schnepfenvögel

strandlopers en snippen
schnepfenvögel

snippen, wulpen, ruiters en strandlopers
schnepfen

— pezen en zenen; snippen en dergeliik afval van ongelooide huiden of vellen
— flechsen und sehnen; schnitzel und ähnliche abfälle eingegerbter häute oder felle

— platen, vellen, stroken of snippen, met een gewicht van niet meer dan 160 g per m1, zonder opschriften
— planen, folien, bänder oder streifen, mit einem quadratmetergewicht von 160 g oder weniger, ohne aufdruck

— platen, vdlcn, stroken of snippen, stijf, met een gewicht van meer dan 160 g per m1, met of zonder opschriften
— starre platten, folien, bänder oder streifen, mit einem quadratmeter­gewicht von mehr als 160 g, mit oder ohne aufdruck

— platen, vellen, stroken of snippen, noch stijf noch sponsachtig, met een gewicht van meer dan 160 g per m1, zonder opschriften ex
— platten, folien, bänder oder streifen, weder starr noch schäum­ oder schwammförmig, mit einem quadratmetergewicht von mehr als 160 g, ohne aufdruck ex

— platen, vellen, snoken of snippen, stijf, met een gewicht van meer dan 160 g per m:, met of zonder opschriften
— starre platten, folien, bänder oder streifen, mit einem quadratm­ier­gewicht von mehr als 160 g, mit oder ohne aufdruck

mijn per soonlijke ervaring is dat in mijn kiesdistrict waar veldsporten vrijelijk worden beoefend, wij nu meer hazen, meer fazanten, meer snippen, om er slechts een paar te noemen, hebben dan vijftig jaar geleden.
meine persönliche erfahrung ist die, daß wir in meinem wahlkreis, wo die menschen frei der jagd und der fischerei nachgehen können, jetzt mehr hasen, mehr fasane, mehr schnepfen — um nur ein paar arten zu nennen - haben als vor fünfzig jahren.

het zoet water waarmee de velden onder water worden gezet is een voedingsbodem voor kleine soorten, onder meer zoetwaterkreeftjes, en trekt een sterk verscheiden fauna aan, waaronder met name trekvogels zoals eenden, zwanen, ooievaars en snippen.
die flutung der felder mit süßwasser ermöglicht die entwicklung kleiner spezies wie z.b. von fluss­krebsen, die eine reichhaltige fauna vor allem von zugvögeln wie z.b. enten, schwänen, störchen und schnepfen mit sich bringt.

02089040 -andere tot deze onderverdeling behoren onder meer: 1.van het lopend wild: herten, damherten, reeën, gemzen of klipgeiten (rupicapra rupicapra), elanden, geitantilopen, antilopen, gazellen, beren en kangoeroes;2.van het vederwild: wilde duiven, wilde ganzen, wilde eenden, patrijzen, fazanten, (hout)snippen, watersnippen, korhoenders, ortolanen en struisvogels. vlees en eetbare slachtafvallen van dieren waarop gewoonlijk wordt gejaagd (fazanten, struisvogels, damherten, enz.), blijven ingedeeld als vlees en eetbare slachtafvallen van wild, ook indien deze dieren in gevangenschap zijn opgefokt. vlees en eetbare slachtafvallen van rendieren zijn van deze onderverdeling uitgesloten (onderverdeling 02089060). vlees en eetbare slachtafvallen van bepaalde soorten rendieren (bijvoorbeeld van kariboes) blijven echter hier ingedeeld, voorzover wordt aangetoond dat het vlees of eetbare slachtafvallen betreft van in het wild levende dieren waarop is gejaagd. deze onderverdeling omvat geen vlees en eetbare slachtafvallen van wilde konijnen (oryctolagus cuniculus) of van hazen. deze vallen onder onderverdeling 02081090. -
02089040 -andere hierher gehören insbesondere fleisch und genießbare schlachtnebenerzeugnisse von: 1.haarwild: hirsche, damhirsche, rehe, gämsen (rupicapra rupicapra), elche, antilopenziegen, antilopen, gazellen, bären und kängurus;2.federwild: wildtauben, wildgänse, wildenten, rebhühner, fasane, schnepfen (z.b. sumpf-oder moorschnepfen), birkhühner, fettammern und strauße. fleisch und genießbare schlachtnebenerzeugnisse von tieren, die üblicherweise gejagt werden (fasane, strauße, damhirsche, usw.), werden auch dann als fleisch und genießbare schlachtnebenerzeugnisse von wild eingereiht, wenn die tiere in gefangenschaft gehalten worden sind. fleisch und genießbare schlachtnebenerzeugnisse von rentieren sind von dieser unterposition ausgenommen (unterposition 02089060). jedoch bleiben fleisch und genießbare schlachtnebenerzeugnisse bestimmter rentierarten (z.b. karibus) in dieser unterposition, sofern nachgewiesen wird, dass das fleisch und die genießbaren schlachtnebenerzeugnisse von tieren stammen, die in freier wildbahn gelebt haben und auf der jagd erlegt worden sind. nicht hierher gehören fleisch und genießbare schlachtnebenerzeugnisse von wildkaninchen (oryctolagus cuniculus) und von hasen (unterposition 02081090). -