검색어: neoadjuvante (네덜란드어 - 영어)

neoadjuvante therapie
neoadjuvant therapy

neoadjuvante-adjuvante behandeling
neoadjuvant-adjuvant treatment

neoadjuvante behandeling van borstkanker
neoadjuvant treatment of breast cancer

vroege borstkanker (neoadjuvante-adjuvante setting)
early breast cancer (neoadjuvant-adjuvant setting)

het primaire eindpunt van dit onderzoek was cardiale veiligheid tijdens de neoadjuvante behandelingsperiode van het onderzoek.
the primary endpoint of this study was cardiac safety during the neoadjuvant treatment period of the study.

de veiligheid van perjeta-toediening gedurende meer dan 6 cycli is in de neoadjuvante setting niet vastgesteld.
the safety of perjeta administered for more than 6 cycles in the neoadjuvant setting has not been established.

deze afwezigheid van geneesmiddeleninteractie werd bevestigd door farmacokinetische gegevens uit het neosphere- onderzoek in de neoadjuvante setting.
this absence of drug-drug interaction was confirmed by pharmacokinetic data from the neosphere trial in the neoadjuvant setting.

patiënten werden gerandomiseerd om één van de volgende neoadjuvante behandelingen gedurende 4 cycli te ontvangen, voorafgaand aan de operatie:
patients were randomised to receive one of the following neoadjuvant regimens for 4 cycles prior to surgery:

ook is aangetoond dat bij fulvestrant 500 mg de downregulatie van er en de proliferatiemarker ki67 groter is dan bij fulvestrant 250 mg bij postmenopauzale vrouwen met borstkanker in de neoadjuvante setting.
it has also been shown that fulvestrant 500 mg downregulates er and the proliferation marker ki67, to a greater degree than fulvestrant 250 mg in breast tumours in postmenopausal neoadjuvant setting.

in de neoadjuvante setting is de ervaring met gelijktijdige toediening van herceptin en laaggedoseerde antracyclines beperkt (zie rubriek 4.4).
in the neoadjuvant setting, the experience of concurrent administration of herceptin and low dose anthracycline regimen is limited (see section 4.4).

in de neoadjuvante setting (neosphere) was de incidentie van lvd hoger in de met perjeta behandelde groepen dan bij diegenen die geen perjeta kregen.
in the neoadjuvant setting (neosphere) the incidence of lvd was higher in the perjeta–treated groups than in those who did not receive perjeta.

in het neoadjuvante onderzoek neosphere waren de meest voorkomende bijwerkingen (≥ 50%) die werden gezien met perjeta in combinatie met trastuzumab en docetaxel alopecia en neutropenie.
in the neoadjuvant trial neosphere, the most common adrs (≥50%) seen with perjeta in combination with trastuzumab and docetaxel were alopecia and neutropenia.

er zijn tot op heden geen resultaten beschikbaar die de werkzaamheid van herceptin, toegediend met chemotherapie als adjuvante behandeling, vergelijken met de werkzaamheid in de neoadjuvante- adjuvante setting.
so far, no results are available which compare the efficacy of herceptin administered with chemotherapy in the adjuvant setting with that obtained in the neo-adjuvant/adjuvant setting.

de kanker is niet verspreid naar andere delen van het lichaam en de behandeling zal worden gegeven voordat de operatie plaatsvindt (de behandeling voorafgaand aan de operatie wordt neoadjuvante behandeling genoemd).
the cancer has not spread to other parts of the body and treatment is going to be given before surgery takes place (treatment before surgery is called neoadjuvant therapy)

in het registratie-onderzoek, mo16432, werd herceptin gelijktijdig toegediend met neoadjuvante chemotherapie bestaande uit 3 cycli doxorubicine (cumulatieve dosis 180 mg/m2.
in the pivotal trial mo16432, herceptin was administered concurrently with neoadjuvant chemotherapy containing three cycles of doxorubicin (cumulative dose 180 mg/m2 ) .

de gemiddelde cdal tijdens de neoadjuvante behandelfase, vóór de toediening van cyclus 8, was hoger in de subcutane herceptin-behandelarm (78,7 mcg/ml) dan de intraveneuze herceptin-behandelarm (57,8 mcg/ml).
the mean ctrough during the neoadjuvant treatment phase, at the pre dose cycle 8 time point, was higher in the herceptin subcutaneous arm (78.7 µg/ml) than the herceptin intravenous arm (57.8 µg/ml) of the study.